Politieke onzekerheid start wietexperiment

Politieke onzekerheid start wietexperiment

Ondernemers nog steeds zonder duidelijkheid over startdatum 7 april

De Tweede Kamer heeft zich de afgelopen weken opnieuw gebogen over het experiment met de gesloten coffeeshopketen, waarbij de vraag centraal stond of de startdatum van 7 april haalbaar blijft. Tijdens zowel het begrotingsdebat Justitie en Veiligheid als het vragenuur van 11 maart werd duidelijk dat het experiment doorgaat, maar dat het politieke draagvlak broos is en het politieke enthousiasme afneemt. De discussie in de Kamer laat zien dat er geen brede steun is voor het experiment en dat het onder toenemende politieke druk staat.

Ondernemers hadden gehoopt dat er op dit moment al duidelijkheid zou zijn over een eventueel uitstel van de startdatum. Deze blijft vooralsnog formeel staan, maar uit de debatten blijkt dat er achter de schermen nog steeds twijfels bestaan over de uitvoerbaarheid.

Discussie in de Kamer: verdeeldheid blijft groot

De behandeling van de begroting Justitie en Veiligheid toonde aan dat er in de Kamer geen consensus bestaat over het wietexperiment. Partijen zijn verdeeld:

  • D66 en delen van de VVD zien het experiment als een noodzakelijke stap naar een beter gereguleerd cannabisbeleid, waarbij de georganiseerde criminaliteit wordt teruggedrongen door de legale productie van cannabis. Zij benadrukken het belang van een succesvolle implementatie en roepen op om problemen in de uitvoering actief op te lossen in plaats van het experiment af te breken.
  • SGP en ChristenUnie verzetten zich tegen het experiment, dat zij zien als een ongewenste normalisering van drugsgebruik.
  • PVV stelt dat het experiment een mislukking is en vroeg het kabinet of het bereid was de stekker eruit te trekken.
  • Het kabinet houdt officieel vast aan de uitvoering, maar erkent knelpunten en lijkt ruimte open te laten voor aanpassingen.

Tijdens de begrotingsbehandeling wees D66-Kamerlid Joost Sneller op de structurele zwakte van het huidige gedoogbeleid:

“Het blijft een absurd staaltje, dat cannabisbeleid in Nederland. Coffeeshops mogen wiet en hasj verkopen, maar voor hun inkoop zijn ze afhankelijk van illegale telers. Zo verdwijnen honderden miljoenen euro’s per jaar door de achterdeur het illegale circuit in, met als gevolg witwassen en ondermijning, waar we net ook weer vragen over hebben gehoord en de gevolgen van zien, terwijl dat geld ook bij bona fide ondernemers terecht zou kunnen komen.”

Sneller benadrukte dat Nederland zich internationaal steeds meer isoleert door vast te houden aan een verouderd beleid, terwijl landen als Duitsland en Canada regulering omarmen. Hij pleitte voor een realistische hervorming van het drugsbeleid en bekritiseerde de onduidelijke koers van het kabinet.

Daarnaast diende het lid Claassen van de PVV eerder een motie in om het experiment volledig on hold te zetten tot er een nieuw kabinet was. Nu dat kabinet er is, vroeg Diederik van Dijk (SGP) in het debat waarom het experiment toch doorgaat, terwijl het regeerakkoord inzet op het tegengaan van drugsgebruik. Dit laat zien dat sommige partijen actief proberen het experiment terug te draaien, zelfs nu het proces al is gestart.

Tevens bleek uit de begrotingsbehandeling dat de PVV-fractie in de Kamer geen eensgezind standpunt heeft over het experiment. Terwijl staatssecretaris Ingrid Coenradi (PVV) zich in het kabinet committeert aan de uitvoering van het experiment, vroeg haar eigen partij in de Kamer expliciet of het kabinet bereid was de stekker eruit te trekken. Dit illustreert de kwetsbaarheid van het politieke draagvlak voor de voortzetting van het experiment.

PVV-staatssecretaris erkent problemen, maar houdt vast aan experiment

Tijdens het vragenuur van 11 maart stelde Sneller aanvullende kritische vragen aan staatssecretaris Ingrid Coenradi (PVV) over de uitvoering en haalbaarheid van de startdatum:

“Staat het kabinet nog steeds voor het succes van het experiment?” “Wat is het plan van het kabinet om te voorkomen dat er lege schappen in de coffeeshops ontstaan en de illegale handel toeneemt?” “Blijft het kabinet vasthouden aan de startdatum van 7 april, of wordt gekeken of uitstel nodig is?” (Vragenuur, 11 maart 2025).

Coenradi erkende dat de start van de experimenteerfase “heel spannend” wordt en wees op het bestuurlijk overleg met burgemeesters, telers en coffeeshophouders waarin wordt beoordeeld of de startdatum realistisch blijft:

“Wat ik heb meegekregen, is dat de start van de experimenteerfase als heel spannend wordt gezien. Ook in de eerste periode zullen er altijd opstartproblemen zijn. We gaan natuurlijk kijken of we die zaak morgen in het bestuurlijk overleg al kunnen brengen, om enerzijds wel te kijken of we nog doorgaan met deze startdatum, zoals die er nu gewoon ligt, en anderzijds: wat zijn de obstakels die we mogelijk tegenkomen, waar we nu al op kunnen anticiperen?” (Vragenuur, 11 maart 2025).

Tegelijkertijd waarschuwde ze voor de negatieve gevolgen van uitstel:

“Bij uitstel kunnen de voorraden niet geleverd worden. Dat betekent dat telers met enorme kosten blijven zitten en dat zij genoodzaakt zijn hun productie af te schalen. Dat zou niet alleen voor hen, maar ook voor de continuïteit van het experiment een groot probleem zijn.” (Vragenuur, 11 maart 2025).

Dit is opvallend, aangezien Coenradi namens de PVV-deel uitmaakt van het kabinet, terwijl haar partij zich in de Tweede Kamer sterk tegen het experiment keert. De vraag is hoelang deze positie houdbaar blijft.

Daarnaast erkende ze dat er productieproblemen zijn:

  • Momenteel zijn er zeven telers in productie. Later dit jaar volgen er nog drie.
  • Niet alle telers produceren hasj, wat een probleem kan vormen voor coffeeshops die afhankelijk zijn van dit product.
  • Er wordt nog bekeken hoe de productie kan worden opgeschaald.

Politieke onzekerheid blijft, ondernemers zitten klem

Ondanks de oproepen van verschillende partijen blijft het kabinet voorlopig vasthouden aan de startdatum van 7 april, terwijl tegelijkertijd wordt erkend dat er nog steeds grote onzekerheden zijn over de uitvoering. De vraag is of dit standpunt houdbaar blijft. Als op korte termijn geen duidelijkheid wordt geboden, dreigen coffeeshophouders en telers vast te lopen in een logistiek en juridisch vacuüm, waarin zij niet weten of ze zich moeten voorbereiden op 7 april of juist op een uitstel.

De komende weken zullen uitwijzen of uitstel onvermijdelijk is of dat het kabinet vasthoudt aan een ingewikkelde en mogelijk gebrekkige start. Het ontbreken van een duidelijke beslissing betekent dat ondernemers in onzekerheid blijven en zich moeten voorbereiden op verschillende scenario’s zonder heldere kaders.

Het experiment gaat door, maar onder politieke druk en met steeds minder enthousiasme binnen de Kamer. De structurele problemen in de uitvoering maken de toekomst voor de ondernemers binnen het experiment steeds onzekerder.

Bronnen

  • Vragenuur, 11 maart 2025. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Den Haag, Nederland.
  • Begrotingsdebat Justitie en Veiligheid (gehouden op 20 november 2024, gepubliceerd op 6 maart 2025). Tweede Kamer der Staten-Generaal. Den Haag, Nederland.