Onderzoek naar overlast van coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad

Onderzoek naar overlast van coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad

In de recente brief van de burgemeester aan de gemeenteraad met voorstellen voor het verbeteren van het leefklimaat in de Amsterdamse binnenstad staat beschreven dat de afdeling Onderzoek en Statistiek (O & S) van het stadhuis deze zomer onderzoek pleegt naar de overlast van coffeeshops.

De vraag die hierbij gesteld kan worden is of een dergelijk onderzoek gegevens oplevert voor het verbeteren van het leefklimaat van die binnenstad. Ten eerste is een overlastonderzoek per definitie slechts een momentopname. En dit geval ook nog tijdens het toeristen (hoog) seizoen met meer toeloop op de coffeeshops plus veel volk en andere activiteiten op straat met ergo meer kans dat die drukkere coffeeshops sneller als “overlast” ervaren wordt. Daar bovenop is het de vraag of een dergelijk onderzoek wel nodig is en geen herhaling van zetten waarbij ik verwijs naar;

1) De jaarlijkse Nationale Drugs Monitor van het Trimbos Instituut met als constatering dat in 2018 coffeeshopoverlast niet of nauwelijks voorkwam in de meeste gemeenten.

2) Daarnaast een vergelijkbaar onderzoek van het Bongersinstituut van de UvA van een aantal jaren eerder maar dan specifiek gericht op de Amsterdamse “binnenstadcoffeeshops”. Een onderzoek met min of meer hetzelfde resultaat. Datzelfde instituut heeft ook onderzoek gepleegd naar de type bezoekers van coffeeshops met als opvallend resultaat dat afrekent met de alom hardnekkige veronderstelling dat de buitenlandse coffeeshopbezoekers tot de categorie van laagwaardige toerisme behoren. Ik vind het zinvol om dit te memoreren. Aangezien ook nu weer in de recente publieke en politieke discussies over de verloedering van de Amsterdamse binnenstad de coffeeshops als belangrijke veroorzakers van die verloedering aangewezen worden. Met het feit dat van alle horeca- en andere publieke circuits in de binnenstad alleen over coffeeshops een overlastonderzoek verlangd wordt wekt de indruk dat het stadhuis mee gaat in deze veronderstelling.

3) En tenslotte de periodieke waarnemingen van het Adviesburo Drugs in de afgelopen 10/15 jaar over de relatie tussen gevoerd coffeeshopbeleid en overlast. Als uitvloeisel van Project 1012, en van het beleid van een verbod op coffeeshops binnen een straal van 250 meter nabij scholen, is in die periode het aantal coffeeshops in de binnenstad drastisch afgenomen. Waardoor de nog geopende coffeeshops meer klanten te verwerken kregen, tot zelfs rijen aan wachtenden voor de deur, naast andere klachten voor de direct omwonenden Hierbij is het vermeldenswaardig dat de reductie aan coffeeshops ook de trend versterkte die jaren eerder op gang was gekomen n.a.v. de invoering van de Tabakswet zodat een groot deel van de coffeeshops zich nog louter concentreert op de verkoop van cannabis. Naast dat dit negatief uitpakt voor het beleid van secundaire drugspreventie zorgt het wegvallen van de ontmoetingsfunctie van coffeeshops ook voor een potentieel hoger risico van overlast voor de omgeving van snel in- en uitlopende klanten. Wat het personeel weinig tot geen gelegenheid biedt om corrigerend op te treden, Trouwens, een louter verkoopfunctie voor coffeeshops is ook in strijd met de richtlijnen van het landelijk Pakket van Procureurs Generaal.

De Amsterdamse coffeeshops in mondiaal perspectief

Vanaf de jaren zestig is cannabis uitgegroeid tot, na alcohol, het meest populaire genotsmiddel in de wereld. Echter is Amsterdam, als toeristische wereldstad, nog steeds de enige stad in de wereld waar zonder angst voor arrestatie in de publieke ruimte cannabis gekocht en geconsumeerd kan worden. Het is dan ook meer dan logisch dat voor al die wereldwijde liefhebbers van cannabis in leeftijd, sociale klasse en etniciteit de Amsterdamse coffeeshop een unieke plek is wat in eigen stad of land volstrekt ontbreekt. Vanuit deze mondiale invalshoek zou je logischerwijs een enorme, aan Koningsdag afgeleide, dagelijkse overlast in de binnenstad mogen verwachten met een dito aanslag op de Amsterdamse eerstehulpdiensten voor al die buitenlandse consumenten die, onwennig aan de genoten vrijheid geen maat weten te houden. Dit beeld is geenszins het geval wat de vraag oproept waarom er in al die decennia nooit onderzoek is gedaan naar welke mechanismes van invloed zijn. Ondanks bovenbeschreven mondiaal perspectief valt het met de overlast van coffeeshops in de Amsterdamse binnenstad reuze mee. En om Koningsdag daarbij als voorbeeld te nemen zijn het juist de coffeeshops die er op die dag altijd een terughoudend verkoopbeleid op na houden, met daardoor nauwelijks overlast en verhoudingsgewijs, ten opzichte van alcohol, nauwelijks het inzetten van ambulances.

Een leefbare Amsterdamse binnenstad

Het zijn in mijn ogen al deze aspecten die Buro O & S in ogenschouw dient te nemen in hun onderzoek. Maar dan nog zijn er voldoende vraagtekens te plaatsen of een dergelijk overlastonderzoek kennis en inzichten oplevert voor de beleidsmakers in het Amsterdamse stadhuis. Met alleen al het stellen van deze vraag bepleit ik een geheel andere invalshoek dat een leefbare Amsterdamse binnenstad gebaat is bij een integrale visie op het gebruik van cannabis. Met de coffeeshop als instrument voor het in goede banen leiden van dat gebruik.

lokaal

1) De eerste invalshoek is onderzoek naar de verschillen in functies tussen de coffeeshops in het centrum van de stad en die in de woonwijken Ter herinnering heb ik daarover als niet – wetenschapper in 1994 een rapport geschreven die in menig opzicht nog steeds lezenswaardig is ( Onderzoek naar de sociale functie van 115 Amsterdamse coffeeshops, Adviesburo Drugs 1994). Met een dergelijk onderzoek zal dit ongetwijfeld een beleidslijn opleveren naar een evenwichtig, over de stad verspreid, netwerk van kleinschalige coffeeshops. Wat niet alleen tegemoet komt aan de diversiteit aan liefhebbers van cannabis, (vergelijkbaar met de diversiteit aan liefhebbers van alcohol met dito hun behoefte aan verscheidenheid in soorten cafés), maar ook de toeloop terugdringt op de coffeeshops in de binnenstad

Regionaal

2) Ten tweede het werken aan een regionaal coffeeshopbeleid. Vanuit alle regionale Amsterdamse windhoeken bezien zijn er nauwelijks tot geen coffeeshops in de regio (met Amstelveen als koploper met nul coffeeshops om ook over onze nieuwe woonwijk IJburg maar te zwijgen) waardoor al die cannabisconsumenten in die regio aangewezen zijn op de Amsterdamse coffeeshops. Het moet toch langzamerhand duidelijk zijn dat het 45 jaar oude, op lokaal niveau, nuloptievestigingsbeleid van coffeeshops een gedrocht is! Onderzocht moet worden of ook de Provinciale overheid een rol kan spelen als bijdrage voor een uiteindelijk over het land evenwichtig gespreid netwerk van lokale coffeeshops. Met als positief bijeffect van, hoe dichter een voorziening gesitueerd is in een omgeving waar de behoefte ligt, hoe minder kans op overlast.

Mondiaal

3) Ten derde mijn oproep dat Amsterdam over zijn eigen verworvenheden uitstijgt dat na 50 jaar Amsterdamse coffeeshops en 43 jaar Nationaal scheidingsbeleid tussen soft- en harddrugs er eindelijk mondiaal ontwikkelingen op gang komen richting het legaliseren van cannabis. Zowel binnen de internationale instituties, zoals de WHO en de VN, als binnen allerlei samenwerkingsverbanden in de verschillende werelddelen. In Europa, Azië, Noord en Zuid-Amerika zijn ontwikkelingen gaande voor het reguleren en legaliseren van industriële producten van Hennep, van productie en verkoop van CBD, van de medisch/therapeutische toepassingen tot het daadwerkelijk legaliseren van het recreatief gebruik van cannabis. Al deze ontwikkelingen voltrekken zich in een stroomversnelling en, nog belangrijker, een niet te stoppen proces. Met Canada en steeds meer Staten in de USA als de meest vooruitstrevende landen. In het kielzog van deze ontwikkelingen worden in steeds meer landen in de wereld vergelijkbare horecagelegenheden geopend met die van de Amsterdamse coffeeshops. Zo gaan steeds meer bestuurders en beleidsmakers in landen waar de legalisering van cannabis op de agenda staat na een bezoek aan Amsterdam terug naar eigen land met de overtuiging dat de coffeeshop een effectief instrument is in het integreren van die legale cannabis in het lokale horecabeleid.

Het moge duidelijk zijn dat deze mondiale ontwikkeling zijn weerslag zal krijgen op een geleidelijke afname van de internationale toeloop op de Amsterdamse “binnenstadcoffeeshops”. Met geoefende ogen en oren is deze ontwikkeling al waar te nemen uit beschrijvingen van toeristen dat zij meer en meer in eigen land van vergelijkbare voorzieningen gebruik kunnen maken zoals de Amsterdamse coffeeshops. Deze ontwikkeling speelt zich al veel prominenter af aan de oostgrens van Nederland waardoor in steeds meer steden in Duitsland met “informele” coffeeshops de toeloop op de coffeeshops in de grenssteden afneemt.

De komende jaren zal deze afname aan buitenlandse cannabisconsumenten op Amsterdam ongetwijfeld doorzetten zodat de Amsterdamse coffeeshop steeds meer dezelfde functie krijgt als het café. Waarbij in plaats van alcohol cannabis consumptie onder gelijkgestemden in een sociale setting plaatsvindt. Een in alle opzichten de meest effectieve methode van het in goede banen leiden in het gebruik van een psychoactieve stof.

De coffeeshop als normale horecaonderneming

Bovenbeschreven beleidslijnen richting een integraal coffeeshopbeleid valt en staat bij het legaliseren van de achterdeur van coffeeshops. Helaas komt de opzet die de regering gekozen heeft met haar experiment voor die legalisering in geen velden of wegen tegemoet aan hoe die legale achterdeur er idealiter uit moet zien. (In deze notitie te lang om dit nader toe te lichten).
Maar even belangrijk is dat door de gekozen opzet van het experiment het Amsterdamse softdrugs- en coffeeshopbeleid voor de komende 6 – tot 7 jaar onwrikbaar in beton gegoten zit. Met geen enkele mogelijkheid om de nu al decennia verstikkende AHOJ-G criteria voor coffeeshops open te breken. Om over de andere noodzakelijke vernieuwingen van het cannabisbeleid maar te zwijgen zoals het onder de Warenwet plaatsen van CBD. Een dergelijke stilstand is niet alleen fnuikend voor het softdrugs- en coffeeshopbeleid maar ook voor de beleidsontwikkeling van de Amsterdamse binnenstad

Amsterdam 4 augustus 2019

August de Loor

Stichting Adviesburo Drugs