Na 45 jaar nog steeds niet gereguleerd
Het is al heel wat jaren geleden dat eerste stappen werden gezet richting regulering van de cannabismarkt. Ruim 45 jaar werken coffeeshops binnen een gedoogbeleid met zogeheten AHOJGI-criteria: de door College procureurs-generaal opgestelde uitvoeringsregels onder welk regime een coffeeshop valt. Waarbij we vast kunnen stellen dat de coffeeshop de meest aan banden gelegde branche is! Zonder legale status.
Veel mensen weten het eigenlijk niet, maar de eerste coffeeshops hadden regelmatig te maken met twee tot drie invallen per dag! Alle aanwezigen moesten dan tegen de muur of op de vloer gaan liggen met de handen in de nek. Personeel en klanten werden gefouilleerd alsof het criminelen waren. Dat kunnen de meeste mensen zich in de huidige tijdgeest niet voorstellen.
Het is uiteindelijk een belastingaanslag die ervoor zorgde dat we tot op de dag van vandaag belasting kunnen betalen over de inkomsten van de verkoop uit cannabis. Technisch gezien was deze aanslag het begin van het gedoogbeleid. Het was Henk de Vries van The Bulldog die er bij de belastingdienst op aandrong gewoon belasting te kunnen betalen. Kort gezegd trof Henk de Vries een regeling met de belastingdienst en konden de belastingaanslagen worden afgelost. Dat was ook het moment waarna er met een eerlijke transparante boekhouding kon worden gewerkt. De (geschatte)aanslag werd teruggebracht naar 250.000 gulden met een afbetaling van 5000 gulden per week. Onder strikte voorwaarde dat er in de periode van afbetaling geen afwijkingen zouden worden gevonden. Anders zou de regeling direct komen te vervallen.
Hiermee was Henk de Vries de eerste coffeeshopondernemer in Nederland die belasting ging betalen over de inkomsten van cannabis. Dit was in 1981.
In de jaren 90 volgde er bij Henk de Vries wederom een aanslag. Ditmaal elf miljoen die uiteindelijk tot 1,2 miljoen werd teruggebracht. Bij deze aanslag accepteerde de belastingdienst geen tafelhuur meer. Zij stelden Henk de Vries in de vorm van zijn BV aansprakelijk voor de inkoop, het versnijden en de verkoop van cannabis. Uiteindelijk hielden de beschuldigingen van de belastingdienst geen stand.
Verenigen
In 1994 werd de eerste landelijke bond opgericht, de Bond van Cannabis Detaillisten (BCD). De BCD had zichzelf ten doel gesteld om de volksgezondheid te bevorderen door het in goede banen leiden van het feitelijke cannabisgebruik en het bevorderen van het decriminaliseren van cannabisgebruik en handel. Van de oorspronkelijke oprichters is de Henk de Vries nog altijd lid van de BCD. In 1997 volgde de oprichting van het Platform Cannabisondernemingen Nederland (PCN).
De oprichting van de meeste lokale bonden heeft ook rond deze tijd plaats gevonden. In 2005 volgde het Landelijk Overleg Coffeeshopbonden (LOC). Deze overlegtafel diende om ervaringen te delen vanwege de grote lokale verschillen in uitvoering van (coffeeshop)beleid. De onderlinge contacten bestaan tot op heden. Gezamenlijk streven zij naar normalisatie en een beter uitvoerbaar cannabis en coffeeshopbeleid. Waarbij zij de leden zo goed mogelijk ondersteunen bij uitdagingen binnen het huidige beleid.
In 2017 verleende de 2 landelijke bonden medewerking aan het initiatief Cannabis Connect met als hoofddoel regulering van de achterdeur. Het doel waar eigenlijk al sinds de start van het gedoogbeleid in 1976 naar gestreefd wordt. Vanaf dat moment is het de coffeeshopbranche geweest die op de barricade heeft gestaan voor goede voorlichting en regulering. De eerste voorlichtingsfolders ontstonden in 1997.
Een samenwerking tussen August de Loor (Adviesburo Drugs) de Jellinek kliniek en de BCD. Tot op heden is deze relevante informatie voor veilig en prettig cannabisgebruik beschikbaar in de coffeeshops. Door de bonden zijn naast verschillende waarschuwingscampagnes, zoals de landelijke campagne Veilig Verkeer ‘Speel op zeker!” of de straatdealcampagne ‘Ignore Streetdealers’, ook verschillende gemeenschappelijke acties opgezet. De meest bekende is van Stichting Maatschappij en Cannabis om opkomstbevordering bij de verkiezingen te stimuleren.
Inmiddels spreken we niet meer over een tafelhuurconstructie waar de eigenaar van de coffeeshop toeziet op de kwaliteit maar over een geprofessionaliseerde branche waarbij het personeel is geschoold en getraind wordt op deskundigheid. Zij geven de coffeeshopbezoeker nuttige informatie en de voorlichting die nodig is. En niet op de laatste plaats: zij dragen er zorg voor dat het scheidingsbeleid geborgen blijft.
Nog altijd niet toegestaan
In feite is het in Nederland wettelijk nog altijd niet toegestaan om softdrugs te produceren of te verhandelen. In 1991 werden landelijke richtlijnen uitgevaardigd over de wijze waarop de wet dient te worden nageleefd. Deze richtlijnen stellen dat in coffeeshops niet wordt opgetreden als zij zich aan vastgestelde regels houden bij de verkoop van hasj of wiet. Zo ontstaat er een gecontroleerde omgeving waarin gebruik en verkoop plaatsvindt. Inmiddels is het 2021 en kunnen we vaststellen dat deze richtlijnen na 30 jaar niet meer in de huidige tijdgeest passen. Op 1 juli 2020 ging fase 1 van de wet Experiment Gesloten Coffeeshopketen van start. Er zijn tien gemeenten voor deze wet ingeschreven. Een tijdelijke verruiming van AHOJGI-criteria maar dit keer binnen een gesloten keten met een achterdeur via vergunde telers. Wat mij betreft een veel te kleine stap na zoveel jaren. Maar wel één in de goede richting.
Samen sterker
Als bestuurder van de Bond van Cannabisdetaillisten heb ik mijzelf gecommitteerd aan de doelen van de vereniging. Ondanks dat het HIT-team niet meerdere keren per dag weer binnenvalt hebben de ondernemers en de branche nog altijd veel te verduren. Als bestuur zijn we dagelijks, soms wel zeven dagen per week, met elkaar, onze leden en adviseurs in gesprek. Het is tijd voor regulering. Maar als de legalisatie nog op zich laat wachten committeer ik mijzelf aan zelfregulering, die voorvechters als Henk de Vries en Koos Zwart hebben ingezet.
We doen dit samen. Vanuit de branche, de politiek, de overheid maar ook zeker vanuit de consument. Graag nodig ik eenieder uit om zich in deze strijd te verenigen en voort te zetten wat er in de jaren 70 is ingezet.
Samen staan we sterk(er).
Simone van Breda,
Voorzitter