Het Experiment Gesloten Coffeeshopketen: Voortgang en Uitdagingen
We kunnen het niet vaak genoeg herhalen: het experiment richt zich op het verminderen van criminaliteit, het verbeteren van de volksgezondheid en het bevorderen van preventie. Hierdoor kunnen gefundeerde keuzes worden gemaakt voor een duidelijk en samenhangend coffeeshopbeleid. In dit artikel zullen we de recente ontwikkelingen bespreken en de vraag stellen: wanneer is het experiment geslaagd?
Vertragingen en achterstanden bij de uitvoering
Het langverwachte experiment heeft te kampen gehad met aanzienlijke vertragingen in de uitvoering. De D66-fractie maakt zich ernstige zorgen over de opgelopen vertraging en vraagt zich af hoe de regering van plan is deze achterstand in te halen. De vertragingen zijn te wijten aan verschillende factoren, waaronder een langdurige selectieprocedure voor telers en de complexiteit van het opzetten van hun bedrijven. Bouwmaterialen met lange levertijden, hogere investeringskosten, langdurige vergunningsprocedures en problemen met het openen van bankrekeningen hebben bijgedragen aan de vertragingen. Hoewel de regering zich inzet om verdere vertraging te voorkomen, vallen sommige factoren buiten hun controle. Het is duidelijk dat er nog veel werk te verzetten is om het experiment succesvol te laten verlopen.
Politieke wil en planning
De SP-fractie heeft vragen gesteld over de politieke wil om het experiment daadwerkelijk uit te voeren. De regering heeft aangegeven dat de politieke wil blijkt uit de geplande start van de overgangsfase in het eerste kwartaal van 2024. In de gemeenten Breda en Tilburg, zal een aanloopfase starten om ervaring op te doen voordat het experiment in alle tien deelnemende gemeenten van start gaat. Hoewel de aanloopfase mogelijk kan bijdragen aan een soepelere start van de overgangsfase, heeft het geen invloed op een versnelling van het proces. Het blijft echter de vraag of de huidige planning realistisch is en of de politieke wil voldoende is om het experiment succesvol te voltooien.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben zorgen geuit over de plannen van de gemeenten Breda en Tilburg. Ze vrezen dat dit kan leiden tot bevoorrechting van bepaalde telers en invoering van verschillende handhavingsregimes. Deze zorgen worden versterkt door de reacties van een aantal burgemeesters, die verdeeld zijn over de voordelen van een aanloopfase. Sommige burgemeesters zien voordelen in het feit dat er op kleine schaal geoefend kan worden met handhaving op de geslotenheid van de wietketen en dat er al in 2023 gereguleerde hennep en hasjiesj geleverd kan worden aan enkele coffeeshops. Tegelijkertijd zijn er ook zorgen over handhaving tijdens de aanloopfase, aangezien zowel gereguleerde als gedoogde cannabisproducten in de coffeeshops aanwezig zullen zijn. Daarnaast maken zij zich zorgen over mogelijke verschillen tussen deelnemende gemeenten aan het experiment.
Om deze zorgen te adresseren en onduidelijkheid te voorkomen, worden er afspraken gemaakt over de rol- en taakverdeling van verschillende toezichthouders tijdens de aanloopfase. Bovendien wordt de omvang van de aanloopfase beperkt om verschillen tussen gemeenten zo klein mogelijk te houden. Om te voorkomen dat bepaalde telers bevoordeeld worden, is besloten om met minimaal drie telers te starten en kunnen andere telers aansluiten zodra ze klaar zijn voor levering.
Politie en het Openbaar Ministerie hebben hun bedenkingen en kritiek geuit over de risico’s van twee handhavingsregimes. Zij maken zich zorgen over de handhaafbaarheid, effectief toezicht, mogelijke inbreuk op rechtszekerheid en het potentiële misbruik dat kan ontstaan binnen twee regimes. De Inspectie Justitie en Veiligheid beschouwt de aanloopfase als een waardevolle manier om op kleine schaal ervaring op te doen met het toezicht op de geslotenheid van de wietketen.
Daarnaast zijn er vragen over de methodologische gevolgen van een ongelijk startmoment voor het experiment. Hoewel de aanloopfase geen invloed heeft op de onderzoekplanning en opzet, zullen de onderzoekers rekening houden met mogelijke effecten ervan op de onderzoeksresultaten. Het is mogelijk dat de deelnemers en betrokkenen in de gemeenten waar de aanloopfase plaatsvindt, een langere periode hebben gehad om aan de nieuwe situatie te wennen, wat van invloed kan zijn op de resultaten wanneer het veldwerk wordt uitgevoerd. Om dit inzichtelijk te maken wordt overwogen om apart onderzoek naar de aanloopfase uit te voeren.
Regeldrukgevolgen en opschaling experiment
Met het toevoegen van een elfde gemeente aan het experiment zullen de aangewezen telers meer hennep en hasjiesj moeten produceren om aan de vraag te voldoen. Dit kan leiden tot hogere kosten voor de telers, aangezien ze hun productieprocessen moeten opschalen en mogelijk extra voorzieningen moeten aanschaffen. Tegelijkertijd kunnen ze ook meer producten verkopen vanwege het grotere aantal deelnemende coffeeshops. Het is belangrijk op te merken dat alle coffeeshophouders, inclusief die in de elfde gemeente, zich aan de geldende regels van het experiment moeten houden. Er worden geen uitzonderingen gemaakt voor het afwijken van de voorwaarden. Op dit moment is er nog geen keuze gemaakt over welk stadsdeel van Amsterdam zal deelnemen als 11e stad.
Internationaal- en Europeesrechtelijke aspecten
De VVD-fractieleden hebben gevraagd of de regering bereid is om te onderzoeken of er gegevens beschikbaar zijn van regulering van hennep in andere landen, met name Duitsland en Californië, om de Nederlandse situatie te kunnen vergelijken. Ze refereren ook aan een artikel in de Los Angeles Times over negatieve gevolgen van regulering van hennep in Californië. De regering heeft echter aangegeven dat het experiment in Nederland uniek is en verschilt van andere internationale voorbeelden. Daarom kan men niet alleen afgaan op ervaringen uit andere landen. Hennep en hasjiesj zijn nog steeds illegaal in Duitsland. Dus kunnen er geen conclusies worden getrokken over de gevolgen van regulering in dat land. Het doel van het Nederlandse experiment is om te onderzoeken hoe kwalitatief gecontroleerde hennep en hasjiesj gedecriminaliseerd aan coffeeshops kan worden geleverd en wat de effecten daarvan zijn op criminaliteit, volksgezondheid en preventie. Het is dus belangrijk om de resultaten van het experiment af te wachten om te beoordelen of eventuele negatieve gevolgen, zoals beschreven in het artikel over Californië, zich hier überhaupt zullen voordoen.
Toevoeging van een elfde gemeente aan het experiment heeft geen invloed op de beoordeling van de internationale en Europese wetgeving op dit gebied. De SGP – fractieleden vragen zich af of het toevoegen van een aanzienlijk groter aantal deelnemers wel tot een andere afweging zou leiden. De regering heeft echter verduidelijkt dat het wetsvoorstel alleen de mogelijkheid biedt om een elfde gemeente toe te voegen en dat er geen sprake is van het toevoegen van een aanzienlijk groter aantal deelnemers. Bovendien blijft de inhoud en duur van het experiment wettelijk vastgelegd, waardoor een onomkeerbare situatie wordt voorkomen. Daarnaast voorziet de wetgeving in een wettelijk gegarandeerde evaluatie van het experiment. Hoewel de regering erkent dat het experiment invloed kan hebben op internationale regelgeving wordt verwacht dat het nieuwe wetenschappelijke inzichten zal opleveren. Zij beschouwt dit als een passende en proportionele manier om meer inzicht te krijgen in de effecten van het reguleren van de cannabisindustrie.
Toezicht en handhaving
In een handhavingsarrangement zijn afspraken gemaakt tussen de verschillende toezichthouders, het Openbaar Ministerie en de politie om overtredingen van de regels te handhaven. Het doel van het handhavingsarrangement is om de werkterreinen van de toezichthouders af te bakenen, de activiteiten van betrokken partijen op elkaar af te stemmen, het handelen bij overtredingen te beschrijven en samenwerking en informatie-uitwisseling te bevorderen. De Inspectie Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het toezicht op de gehele keten, inclusief telers en coffeeshophouders. Gemeentelijke toezichthouders houden toezicht op de eisen die aan coffeeshophouders zijn gesteld, en de NVWA houdt toezicht op kwaliteit en veiligheid van de geproduceerde producten.
De gegevensverwerking en uitwisseling tussen toezichthouders zijn gebaseerd op artikel 46 van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen en artikel 7 en 8a van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen. Het onderzoek consortium heeft de wettelijke grondslag om gegevens te verwerken op basis van de noodzaak voor de vervulling van een taak van algemeen belang. De betrokken partijen, zoals telers, transporteurs en coffeeshophouders, worden goed geïnformeerd en ondersteund in de voorbereiding op het experiment.
Het handhavingsbeleid wordt aangepast aan de specifieke situatie van deelnemende gemeenten. Er wordt geen afwijkend handhavingsbeleid gevoerd per gemeente. De burgemeester heeft de bevoegdheid om handhavingsbeleid op te stellen binnen de kaders van de wet- en regelgeving. Als er extra politie-inzet nodig is voor handhaving van de openbare orde, kan de burgemeester de politie opdragen om handhavend op te treden. De financiële consequenties van uitbreiding van het toezicht worden in kaart gebracht en er wordt gekeken naar eventuele vergoedingen.
Er is aandacht voor mogelijke dreiging vanuit het illegale circuit naar de deelnemende coffeeshops. Ondernemers kunnen aangifte doen bij de politie in geval van bedreigingen. De Inspectie Justitie en Veilgheid ziet toe op de geslotenheid van de keten om te voorkomen dat illegaal geteelde producten worden geleverd aan coffeeshops.
Voorwaarden en kosten van het experiment
Er zijn vragen gerezen over de voorwaarden en kosten van het experiment. De SGP-fractie wil weten hoe het experiment al van start kon gaan zonder vastgestelde beoordelingscriteria en wat er in het contract met telers en gemeenten is opgenomen. De regering heeft aangegeven dat de beoordeling van het experiment zal plaatsvinden op basis van de onderzoeksresultaten met betrekking tot criminaliteit, volksgezondheid en preventie, zoals vastgelegd in het wetsvoorstel. Hoewel er nog geen specifieke afspraken zijn gemaakt met telers en gemeenten over de beoordeling, zal dit in de toekomst worden uitgewerkt. Wat betreft de kosten van het experiment, is er nog geen volledig beeld beschikbaar. De regering geeft aan dat de kosten afhankelijk zijn van verschillende factoren, waaronder het aantal deelnemende telers en de duur van het experiment.
De kosten die gepaard gaan met het toevoegen van een elfde gemeente aan het experiment zijn op dit moment nog niet precies bekend. Er is echter een tegemoetkoming voorzien om de extra werkzaamheden gedurende de vierjarige experimenteerfase te dekken. Deze tegemoetkoming bestaat uit een vast bedrag van €200.000, aangevuld met €45.000 per coffeeshop. Als we kijken naar vergelijkbare deelnemende gemeenten is er rekening gehouden met een stad en tien coffeeshops. Deze stad zou gedurende het experiment een totale tegemoetkoming van €650.000 ontvangen, oftewel €162.500 per jaar.
De financiële ondersteuning is bedoeld om verschillende aspecten te bekostigen, waaronder het aanpassen van beleid, het toezicht op de coffeeshops en hun omgeving, handhaving en gegevensverzameling ten behoeve van het onderzoek. Het is echter nog niet bekend wat de exacte kosten zullen zijn voor aanvullend onderzoek en landelijk toezicht en handhaving.
Wat betreft de uitbreiding met een extra gemeente heeft dit geen invloed op de kosten van het onderzoek dat wordt uitgevoerd door het Landelijke Bureau Bibob. De beslissing om een Bibob-onderzoek uit te voeren voor coffeeshops blijft een verantwoordelijkheid van de burgemeester, bijvoorbeeld in het geval van een horecavergunning.
Hoewel de exacte financiële gevolgen van de uitbreiding met een elfde gemeente nog niet bekend zijn, zullen deze duidelijk worden zodra de gemeente is aangewezen. Het aantal verkooppunten in de betreffende gemeente speelt een rol bij het berekenen van de kosten. Er wordt verwacht dat de kosten voor het toezicht door de gemeente, in het geval van tien deelnemende coffeeshops, €162.500 per jaar zullen bedragen gedurende de vier experimenteerjaren. De exacte kosten voor een elfde gemeente kunnen pas worden vastgesteld nadat is bepaald welk stadsdeel dit zal zijn. Desalniettemin kunnen de extra kosten naar verwachting binnen het beschikbare begrotingskader worden opgevangen, op basis van het gemiddelde van de tot nu toe gemaakte kosten.
Het is belangrijk om op te merken dat de regering momenteel werkt aan het verstrekken van een overzicht van alle kosten die tot nu toe zijn gemaakt tijdens de voorbereidingsfase van het experiment sinds 2017, evenals de laatste raming van de verwachte kosten voor de experimenten. Dit zal meer duidelijkheid geven over de financiële aspecten van het experiment.
Succes experiment
Het is duidelijk dat wietexperiment wordt geconfronteerd met aanzienlijke vertragingen en uitdagingen in uitvoering. Vertragingen, politieke wil, regeldrukgevolgen en publieke perceptie zijn enkele van de belangrijkste obstakels die moeten worden overwonnen om het experiment succesvol te laten verlopen. Het is belangrijk dat de betrokken partijen, waaronder de regering, gemeenten, telers en coffeeshops, nauw samenwerken en proactief stappen ondernemen om deze uitdagingen aan te pakken.
Het uiteindelijke succes van het wietexperiment zal afhangen van het vermogen om deze obstakels te overwinnen en de gestelde doelen te bereiken. Het is een complex proces dat tijd en inspanning vergt. Maar met de juiste aanpak en samenwerking kan het experiment uiteindelijk leiden tot positieve resultaten en een beter gereguleerd cannabisbeleid in Nederland.
Redactie BCD, juni 2023