Drie vrouwen, één missie, verschillende wegen. Of toch niet?
21 MAART 2021 | COLUMNS
Het is bijna anderhalf jaar geleden dat ik, toen nog interim, voorzitter werd van de Bond Van Cannabisdetaillisten. Mijn missie, het normaliseren en legaliseren van cannabis was er echter al veel langer. Tijdens mijn interview in de Cannastembus merkte Derreck Bergman op dat het opmerkelijk is dat de eerste Amsterdamse vrouwelijke burgemeester samenvalt met de eerste vrouwelijke voorzitter van de Bond Van Cannabisdetaillisten, welke ook zijn wortels heeft in Amsterdam.
En daar zei hij wat. Overigens had ik dit zelf ook al een keer bedacht. Maar de afgelopen dagen blijft deze in mijn hoofd circuleren. Uiteraard, zitten we midden in de strijd tegen het i-criterium en volgen we onze Amsterdamse burgemeester en de politiek hierover op de voet. Tijdens de commissievergadering van 28 januari sprak burgemeester Halsema zich uit voor de legalisering van cannabis. Daar heeft zij in haar tijd in de tweede kamer ook nooit een geheim van gemaakt. Als je het zo bekijkt, hebben zij en ik eigenlijk dezelfde missie. We nemen alleen een andere route.
Naast Femke Halsema is er nog een vrouw die zich openlijk uitspreekt over het steunen van de legalisering van cannabis: Vera Bergkamp. Onlangs maakte zij bekend dat de “Wietwet” (de wet Experiment gesloten coffeeshopketen werd in 2017 al aangenomen door de tweede kamer) verder in behandeling moet wordt genomen in de Eerste Kamer. Volgens haar verloopt de wietproef veel te langzaam. Dit ben ik met haar eens.
Tijdens haar interview in de Cannastembus vond ik het goed om te horen dat zij ook ziet dat de cannabisplant een bijzondere plant is. Eén waar we goed voor moeten zorgen. Reguleren is goed voor de volksgezondheid én om de criminaliteit tegen te gaan. Argumenten die onze Amsterdamse burgemeester ook lijkt te snappen. Vera Bergkamp en ik delen de verwondering dat wanneer je vóór reguleren bent, je volgens sommigen ook “aan de drugs” bent. Terwijl je door te reguleren juist meer kan doen aan preventie, voorlichting en tegen criminaliteit. Coffeeshops zijn hiervoor een belangrijk middel. Dat wordt helaas nog niet altijd gezien.
Vera Bergkamp spreek ook haar zorgen uit over het i-criterium. Deze deel ik. Zij begrijpt dat de burgemeester iets moet – en wil doen tegen de overlast en criminaliteit. Maar als Amsterdamse heeft ze met het sluiten van de coffeeshops de rijen zien toenemen. Daarnaast vindt zij ook dat wanneer zoveel experts zeggen: “het i-criterium is geen goed idee” je daar als burgemeester wel naar moet luisteren. Zeker als GroenLinks zijnde! Daarbij zegt Vera Bergkamp dat reguleren de beste oplossing is voor Amsterdam. Zeker als je wat wilt doen aan de drugscriminaliteit en “schimmig gedoe” aan de achterdeur. Daar zit het probleem, ook qua overlast.
Als we teruggaan naar de thuisbasis van Femke Halsema: GroenLinks, dan komen we ook uit op reguleren. In het verkiezingsprogramma staat letterlijk: We willen teelt en handel van softdrugs legaliseren. Op die manier neemt drugscriminaliteit af en neemt de controle op handel en kwaliteit van softdrugs toe. Nu wordt het bezit en gebruik van cannabis gedoogd, terwijl teelt en handel strafbaar zijn. Dat is een scheve situatie. Verkopers van softdrugs moeten een vergunning hebben en aan strenge kwaliteitseisen voldoen.
Onze Amsterdamse burgemeester presenteert haar plannen als een hinkstapsprong: ‘We maken de markt kleiner en meer geschikt voor legalisering.’ Een bijzondere route die ook ik als voorvechter voor de legalisering van cannabis niet begrijp.
En toch ben ik enigszins positief gestemd. We zien dezelfde de noodzaak. Wij alle drie. Wel via een andere weg, zetten we ons in voor de legalisering van cannabis. Ieder vanuit een andere hoek en via een andere route. Wellicht dat onze wegen elkaar binnenkort zullen kruisen. Want in mijn optiek is daar waar je een gezamenlijk einddoel hebt, je de weg er naartoe ook samen kunt bewandelen.
Amsterdam, 19 maart 2021,
Simone van Breda, Voorzitter BCD
Schaarse rechten en Europese vrijheden
Schaarse rechten verwijzen naar vergunningen die slechts in beperkte mate beschikbaar zijn en waarvoor potentiële exploitanten moeten concurreren. Volgens het verdrag betreffende de werking van de Europese unie (vweu) en de dienstenrichtlijn moeten dergelijke vergunningen in beginsel op een niet-discriminerende en transparante manier worden verdeeld. Echter, de situatie rondom coffeeshops is uniek en vereist een nadere beschouwing.
Uitzonderingen in de dienstenrichtlijn
De dienstenrichtlijn is niet van toepassing op activiteiten die een specifieke openbare orde en consumentenbescherming vereisen, zoals gokactiviteiten (preambule punt 25 van de dienstenrichtlijn). Dit principe kan ook worden toegepast op de verkoop van softdrugs in coffeeshops. De verkoop van softdrugs, hoewel onder bepaalde voorwaarden gedoogd, brengt namelijk significante risico’s met zich mee voor de openbare orde, volksgezondheid en het woon- en leefklimaat.
Uit jurisprudentie blijkt dat een gedoogverklaring geen vergunning is en dus niet als schaarse rechten kan worden beschouwd zolang de Opiumwet van kracht blijft (rechtbank Limburg, 30 maart 2021). De huidige gedoogstatus van coffeeshops betekent dat er geen sprake is van een volledig legaal economisch circuit, wat ook wordt ondersteund door het arrest van het Europees hof van justitie in de zaak Josemans (c- 137/09).
Coffeeshops in het wietexperiment
Op 17 juni is de overgangsfase van het wietexperiment van start gegaan. Tijdens dit experiment wordt het telen, afleveren en verkopen van softdrugs in deelnemende gemeenten tijdelijk legaal verklaard, waarbij de verbodsbepalingen uit de Opiumwet voor deze handelingen buiten toepassing worden verklaard (wet experiment gesloten coffeeshopketen, art. 3). De wetgever heeft echter expliciet gesteld dat dit niet betekent dat er een legaal economisch en commercieel circuit ontstaat zoals bedoeld in de Europese vrijheden. De Europese verkeersvrijheden, inclusief de dienstenrichtlijn, zijn tijdens het wietexperiment niet van toepassing op de verkoop van cannabis.
Geen verplichting tot toepassing van schaarse vergunningen
Tijdens het wietexperiment is het gebruik van een gelijke kansen procedure voor de verdeling van exploitatievergunningen voor coffeeshops niet verplicht en wordt dit sterk afgeraden. Het invoeren van schaarse vergunningen zou onnodige risico’s creëren voor de openbare orde, volksgezondheid en het woon- en leefklimaat. De juridische en praktische complicaties, zoals het telkens verplaatsen van coffeeshops naar nieuwe locaties, zouden leiden tot een verstoring van de openbare orde en extra belasting voor omwonenden.
Bezwaren tegen gelijke kansen-procedures
De exploitatie van coffeeshops vereist strikte naleving van de AHOJGI-criteria (geen advertenties, geen harddrugs, geen overlast, geen verkoop aan minderjarigen, geen verkoop van grote hoeveelheden en geen toegang voor jongeren onder de 18). Deze criteria zijn ingesteld om de openbare orde en volksgezondheid te beschermen. Een gelijke kansen procedure zou kunnen leiden tot coffeeshops op nieuwe locaties, wat de openbare orde en het woon- en leefklimaat kan verstoren.
Praktische problemen bij nieuwe vergunningen
Het herhaaldelijk toewijzen van nieuwe vergunningen kan leiden tot onzekerheid en onrust onder zowel exploitanten als omwonenden. Voorbeelden uit gemeenten zoals Eindhoven, Tilburg en Hellevoetsluis tonen aan dat er vaak aanzienlijke weerstand is tegen de vestiging van nieuwe coffeeshops, wat leidt tot langdurige juridische procedures en vertragingen bij het openen van nieuwe vestigingen. Dit is niet slechts een administratieve uitdaging, maar een fundamenteel probleem dat de stabiliteit en de openbare orde aantast.
Coffeeshops die al langere tijd op dezelfde locatie opereren, hebben doorgaans een zekere mate van acceptatie en integratie binnen de buurt bereikt. Bewoners zijn gewend aan de aanwezigheid van de coffeeshop, wat bijdraagt aan een gevoel van stabiliteit en voorspelbaarheid in de wijk. Dit lokale vertrouwen en de gevestigde relatie tussen exploitanten en buurtbewoners verminderen de kans op overlast en bevorderen een vreedzaam woon- en leefklimaat.
Bij het sluiten of verplaatsen van een bestaande coffeeshop ontstaat het reële risico dat straatdealers zich vestigen op de voormalige locatie van de coffeeshop. Deze dealers proberen de voormalige klanten van de coffeeshop aan te trekken, wat leidt tot een toename van illegale activiteiten en overlast in de buurt. Bovendien spreken we aanzienlijke zorgen uit over de mogelijke gevolgen voor de openbare orde en veiligheid. Momenteel zijn coffeeshops gevestigd en gereguleerd via het bestaande gedoogbeleid, waarbij de gevestigde ondernemers verantwoordelijk zijn voor de achterdeur.
Deze coffeeshopondernemers hebben vaak een goede verstandhouding met de lokale overheid, en zij worden zorgvuldig en regelmatig gecontroleerd door de lokale autoriteiten. Het invoeren van schaarse vergunningen zou deze bestaande relaties verbreken en het zal onduidelijk zijn wie verantwoordelijk wordt voor de organisatie en de achterdeurvoorziening. Dit gebrek aan transparantie en duidelijkheid kan leiden tot ongewenste situaties en een verhoogd risico op illegale activiteiten. Het waarborgen van openbare orde en veiligheid is een topprioriteit, en het huidige gedoogbeleid heeft bewezen effectief te zijn in het verminderen van overlast en het minimaliseren van de invloed van criminele organisaties. Schaarse vergunningen kunnen dit delicate evenwicht verstoren en deuren openen voor ongecontroleerde en potentieel onwenselijke praktijken.
Uitzondering volgens de wet
Het is van cruciaal belang dat gemeentelijke bestuursorganen afzien van de toepassing van een gelijke kansen procedure bij de verdeling van vergunningen voor coffeeshops. De unieke aard van de verkoop van softdrugs en de daarmee gepaard gaande risico’s voor de openbare orde, veiligheid en volksgezondheid rechtvaardigen een uitzondering op de regels voor schaarse rechten, vergelijkbaar met de uitzonderingen die gelden voor gokactiviteiten, zoals vastgelegd in de Europese dienstenrichtlijn (richtlijn 2006/123/eg, preambule punt 25).
Gemeenten dienen bestaande coffeeshops te ondersteunen door hen vergunningen voor onbepaalde tijd te verlenen, zoals toegestaan onder artikel 9 en artikel 12 van de dienstenrichtlijn, mits dit gerechtvaardigd is door een dwingende reden van algemeen belang. In het licht van de jurisprudentie, zoals het Josemans-arrest van het Europees hof van justitie (zaak c-137/09), dat bevestigt dat de verkoop van softdrugs niet onder de verkeersvrijheden valt, is het duidelijk dat coffeeshops een uitzonderlijke positie innemen. Gelet op het unieke karakter van de verkoop van softdrugs en de noodzakelijke maatregelen ter bescherming van de openbare orde en volksgezondheid, moet de exploitatie van coffeeshops worden uitgezonderd van de regels omtrent schaarse rechten zoals vastgelegd in de Dienstenrichtlijn. De jurisprudentie en de specifieke context van het gedoogbeleid en het Wietexperiment maken duidelijk dat de strikte toepassing van deze Europese regels niet passend is voor deze sector. Het is evident dat de implementatie van schaarse vergunningen tijdens het Wietexperiment niet alleen overbodig is, maar ook potentieel schadelijk.
Gemeentelijke bestuursorganen worden met klem geadviseerd af te zien van dergelijke procedures. Het handhaven van een stabiele en veilige exploitatieomgeving voor coffeeshops is cruciaal voor het behoud van de openbare orde en volksgezondheid. Deze benadering waarborgt de continuïteit, veiligheid en acceptatie van coffeeshops binnen hun gemeenschappen, en voorkomt de negatieve gevolgen van overhaaste en ongegronde wijzigingen in het vergunningenbeleid.
Redactie BCD, 24 juni 2024
Het I-criterium, het Paard van Troje en niet alleen voor de Amsterdamse binnenstad
Drugsexpert August de Loor waarschuwt in een open brief aan het Parool voor handhaving van het i-criterium, het weren...
Spreid coffeeshops door de stad en red het toerisme
Na de coronacrisis bleef het niet lang stil in de Amsterdamse binnenstad. Direct na het einde van de lockdown...
Het “Amsterdamsche “Toeristenoverlast”-debat
De VVD in Amsterdam wil het aantal coffeeshops verminderen en buitenlanders de toegang ontzeggen, in de strijd tegen...
Coffeeshops, een Amsterdams exportproduct
In de discussie hoe de Amsterdamse binnenstad toekomstbestendig gemaakt moet worden voor een ieder die er woont, werkt...
Geïnstitutionaliseerd stigma drug – en drugsgebruik, coffeeshops
Na de versoepeling van de Lock-down maatregelen is de Amsterdamse binnenstad weer drukker aan dagjesmensen en...
Door de Bank genomen
Sommige banken weigeren coffeeshops categorisch iedere vorm van financiële dienstverlening. Hoe luiden de argumenten...
Bond van Cannabis Detaillisten
Nieuws en kenniscentrum voor overheid en ondernemers
Postbus 946
1000 AX Amsterdam
Nederland
+31 (0)6 868 752 31
info@coffeeshopbond.nl