Cannabissector ziet kansen en risico’s binnen rapport wietexperiment

Cannabissector ziet kansen en risico’s binnen rapport wietexperiment

PERSBERICHT – De cannabissector heeft waardering voor het gedegen werk dat de commissie in zo’n korte tijd heeft geleverd. In grote lijnen kan het rapport van de Adviescommissie experiment gesloten coffeeshopketen rekenen op steun van de cannabissector.

Zo neemt de commissie het terugdringen van de zwarte markt als uitgangspunt voor het experiment en erkent zij de functie van de coffeeshop als ontmoetings- en voorlichtingsplek. Ook stelt de commissie voor het aantal gemeenten binnen het experiment te vergroten. Verder wordt er ruimte geboden aan de kleine teler en voor gemeentelijk maatwerk. Daarnaast pleit de commissie voor een gevarieerd aanbod en raadt zij bestraling van de wiet en het stellen van een maximum aan het THC-gehalte af. Tenslotte is de afbouwperiode na het experiment losgelaten. Helaas wijst de commissie een gefaseerde invoering van het experiment van de hand en biedt zij ook geen ruimte voor coffeeshops die hun eigen cannabis willen telen (verticale integratie). Een ander zorgpunt van de cannabissector is het verbod op geïmporteerde hasj. Het is onmogelijk om binnen een jaar een vergelijkbaar product te ontwikkelen in Nederland.

Waarom verticale integratie?

Om ervoor te zorgen dat de consument vertrouwen krijgt in het gereguleerde aanbod, moet de coffeeshop invloed kunnen uitoefenen op de wijze van telen en de geteelde variëteiten. De sector stelt daarom voor om coffeeshops verantwoordelijk te maken voor een transparante, gesloten administratieve en financiële cannabisketen. Dit idee is gebaseerd op wat ze in Colorado een ‘verticaal geïntegreerd systeem’ noemen. In Nederland kan dit worden georganiseerd door toevoeging van het T-criterium aan de huidige gedoogcriteria. Dat is eenvoudiger dan een wetswijziging. T staat dan voor transparantie en teelt.

Waarom gefaseerde invoering?

In de beginfase van het experiment moeten shops naast gereguleerde wiet ook nog cannabis via de nu nog bestaande netwerken kunnen inkopen. De gereguleerde wiet is dan een aanvulling op het oude assortiment van de coffeeshop. Er kan dan worden gemeten in hoeverre de gereguleerde wiet aanslaat bij de consument. Zo zal het gereguleerde aanbod stapsgewijs het illegale aanbod de markt uitdrukken. Bij een gefaseerde invoering kunnen niet meteen alle coffeeshops meedoen. Om waterbedeffecten, openbare ordeproblemen en grote verstoringen van de markt te beperken, zouden coffeeshops die nog niet meedoen de mogelijkheid moeten krijgen om te testen. Zo kunnen zij alvast een verbeterslag maken en de kwaliteit van hun assortiment vergroten. Daarvoor hebben zij wel een grotere handelsvoorraad nodig.

Waarom buitenlandse hasj?

Coffeeshops moeten hasj kunnen blijven verkopen. Die hasj komt op dit moment onder andere uit Marokko, Afghanistan en Nepal. In die landen wordt cannabis buiten in de volle grond geteeld. Dat heeft invloed op de smaak en werking van het product. Het kost jaren om een vergelijkbaar product in Nederland te ontwikkelen dat aan de wensen van de consument voldoet. Uit de Grass Poll enquête blijkt dat 24% van de consumenten hasj rookt. Dat zijn over het algemeen ‘ervaren’ cannabisconsumenten. Als die niet meer in de coffeeshop terechtkunnen zullen ze uitwijken naar de zwarte markt. Dit geldt ook voor consumenten die een voorkeur hebben voor buitenlandse wietsoorten.

Over Cannabis Connect

Cannabis Connect vertegenwoordigt 250 cannabisondernemingen. Cannabis Connect is het aanspreekpunt voor politici, bestuurders, media en anderen die zich bezighouden met het cannabisbeleid. Cannabis Connect verzamelt feitelijke informatie en maakt wensen en gedragingen van betrokken partijen inzichtelijk. Meer informatie: www.cannabisconnect.org