Zonder buitenlandse hasj weinig vertrouwen in het experiment
Afgelopen woensdag kwamen in Utrecht voor het eerst coffeeshopondernemers uit de tien gemeenten bij elkaar die ‘uitverkoren’ zijn om deel te nemen aan het wietexperiment. Er is nog steeds veel onduidelijkheid over het experiment en dat leidt tot grote zorgen bij de ondernemers.
De bijeenkomst was een initiatief van 420 Consultancy en de twee landelijke coffeeshopbonden BCD en PCN. De 65 ondernemers die aan het experiment gaan deelnemen ontmoetten elkaar in een zaal in Utrecht. Op zich was deze bijeenkomst bijzonder. Normaal gesproken organiseren de bonden geen bijeenkomsten voor niet-leden. Maar de huidige ontwikkelingen hebben op de lange termijn gevolgen voor alle coffeeshops in Nederland en de initiatiefnemers vonden het daarom van groot belang dat coffeeshopondernemers de handen ineenslaan en zich organiseren. De opkomst was goed en alle steden waren vertegenwoordigd.
Serieuze gesprekspartner
De voorzitters van de bonden vertelden wat zij de afgelopen jaren hebben gedaan om de besluitvorming rondom het wietexperiment te beïnvloeden zodat het praktisch uitvoerbaar zou zijn. Door samen onder de koepel Cannabis Connect op te trekken is het uiteindelijk gelukt om als een serieuze gesprekspartner aan tafel te zitten bij de adviescommissie en ambtenaren die bepalen hoe het wietexperiment eruit komt te zien. Over een aantal zaken zijn in goed overleg afspraken gemaakt. Maar er zijn ook allerlei andere partijen bij het wietexperiment betrokken die nog steeds weinig vertrouwen in de coffeeshopsector hebben. En je hebt bovendien te maken met een politieke werkelijkheid, die ertoe leidt dat sommige uitgangspunten niet onderhandelbaar zijn. Zo is het bijvoorbeeld niet haalbaar om coffeeshops alleen op vrijwillige basis te laten deelnemen.
Rutger Jan Hebben van 420 Consultancy praatte de aanwezigen vervolgens bij over de planning en regelgeving.
Hasj
De aanwezige coffeeshopondernemers uitten tal van zorgen over de uitvoering van het experiment. Het grootste punt van zorg is wel de buitenlandse hasj. Coffeeshops die aan het experiment deelnemen mogen uitsluitend cannabisproducten verkopen die door de legale telers in Nederland worden geproduceerd. Het is nu nog niet bekend wie dat zullen zijn. Maar het staat volgens de aanwezigen vast dat geen van de telers de eerste jaren van het experiment in staat zal zijn om voldoende hasj te produceren die qua effect en smaak vergelijkbaar is met de hasjsoorten die zij nu verkopen. Veel van de hasjproducten die zij nu verkopen zijn afkomstig uit Marokko. De planten die daarvoor worden gebruikt, groeien buiten onder de zon in de volle aarde, en in de bergen. Dat zorgt voor een specifieke geur, smaak en werking. Het is nog maar de vraag of deze soorten in Nederland kunnen worden geteeld. Ook helpen het klimaat en de duurdere grondprijzen in Nederland niet mee. De ondernemers hopen daarom nog steeds dat ze buitenlandse hasj in de coffeeshop mogen blijven verkopen totdat er voldoende hasjvariëteiten kunnen worden geproduceerd die qua kwaliteit en smaak met Marokkaanse hasj kunnen concurreren.
De buitenlandse hasj is goed voor ongeveer een kwart van de omzet van de coffeeshops. Bij sommige coffeeshops is dat zelfs bijna de helft van de omzet. Als de consument geen buitenlandse hasj meer kan kopen in de coffeeshop, dan is het erg aannemelijk dat die consument zijn hasj op de illegale markt of bij coffeeshops die niet aan het experiment deelnemen gaat kopen. Een overgangstermijn van zes weken is veel te kort om deze klanten een goed alternatief te bieden. Voor een aantal shops betekent dit mogelijk het einde van hun bestaan.
Kostprijs legale cannabis
Ook de prijs van de legale cannabisproducten is een zaak waar ondernemers een hard hoofd in hebben. Als je de opzet van een legale kwekerij en de kosten van verwerking, verpakking en transport berekent kom je op een flinke kostprijs uit. In Californië is cannabis sinds 2018 gelegaliseerd. Maar omdat de overheid daar tot 30% belasting (per gemeente is dat daar weer anders) heft op cannabisproducten, koopt het grootste deel van de consumenten zijn wiet en hasj nog steeds op de illegale markt. Het belang van een goede (lage) verkoopprijs in de coffeeshop wordt onderschat door veel beslissing-nemers en beleidsmakers.
Hoe werken de instrumenten om bij te kunnen sturen als het ergens fout loopt gedurende het experiment? Staat alles dan stil? Moeten we onze deuren sluiten tot er weer gereguleerde voorraad is?
Meer zorgen
Tijdens de bijeenkomst kwamen nog een aantal andere punten van zorg op tafel. In Maastricht hebben de coffeeshopondernemers het gevoel dat ze na de mislukte invoering van de wietpas (met dramatische gevolgen) in 2012 nu wéér voor de leeuwen worden geworpen. Uit de hele zaal komen geluiden van coffeeshopondernemers over de onduidelijkheden van het experiment en de onzekerheid. Hoe werken de instrumenten om bij te kunnen sturen als het ergens fout loopt gedurende het experiment. Staat alles dan stil? Moeten we onze deuren sluiten tot er weer gereguleerde voorraad is? Wat gebeurt er als een bepaalde soort goed loopt maar die soort op een zeker moment niet meer verkrijgbaar is? Of erger als er onvoldoende kwalitatief goede producten verkrijgbaar zijn? Waar kun je dan terecht? Grijpt het ministerie dan acuut in? Hoe zit het met voor-gedraaide jointjes? Hoe is het transport geregeld? De verpakking is toch zeker wel transparant zodat klanten kunnen zien wat ze kopen. En is er echt geen manier om de verpakking te openen zodat de consument aan het product kan ruiken voordat hij het koopt? Verder vroegen aanwezigen zich af of ze naar de rechter zouden moeten stappen als het mis zou gaan binnen het experiment en de overheid niet (op tijd) zou bijsturen.
En dan is er natuurlijk nog het verhaal met de schaarse vergunning voor de coffeeshops in Arnhem. Het kan goed zijn dat een coffeeshop na afloop van het experiment zijn vergunning kwijtraakt in de vergunningenloterij. Dat zou erg zuur zijn.
Veel ondernemers zijn ook om andere uiteenlopende redenen wel huiverig voor het experiment. Er staat toch veel op het spel. Een slecht gevoel over mogelijke winstderving, faillissement en de zorgen om het personeel te moeten ontslaan komen vaak voorbij als je met deze ondernemers over het experiment praat.
‘Er zijn veel stokken waarmee je coffeeshops de komende jaren kan slaan,’ legt voormalig BCD voorzitter Joachim Helms uit: ‘Naast de schaarste vergunning, die voor alle coffeeshops in Nederland zou kunnen gaan gelden, hebben we het nog niet eens gehad over het verbod op roken van tabak (in de aparte rokersruimten) en de problemen met de bankrekeningen.’
Samen sterk
Ondanks de zorgen was de uiteindelijke stemming constructief. ‘Als het dan moet dan zetten we er ook onze schouders onder. Aan ons zal het niet liggen als het mislukt, hooguit aan onbehoorlijk bestuur van de overheid,’ was de sfeer die er uiteindelijk hing in de zaal.
Van de 79 coffeeshops die in de tien experimentgemeenten zijn gevestigd, is het grootste deel nog niet aangesloten bij een coffeeshopbond. Maar samenwerken en de krachten bundelen is de komende jaren van essentieel belang om als coffeeshopsector te kunnen overleven. Samen ben je beter geïnformeerd. Samen ben je een beter en professioneler aanspreekpunt voor de overheid en andere partijen. Samen kunnen er ook experts worden ingehuurd om uit te zoeken wat er wel en niet mogelijk is. Hoogste tijd voor niet aangesloten coffeeshops om lid te worden van een bond dus.
De boodschap is niet aan dovemans oren gericht. Verschillende aanwezigen melden zich direct na afloop bij een van de bonden aan, waarvan drie bij de BCD. Anderen nemen aanmeldingsformulieren mee. Er is afgesproken dat (vertegenwoordigers van) de ondernemers uit de tien experimentgemeenten regelmatig bij elkaar zullen komen. Verder willen ondernemers toetreden tot de stuurgroep van Cannabis Connect die namens de coffeeshopsector met de overheid en andere partijen praat. Ook is er inmiddels een Whatsappgroep waarin experimentcoffeeshops elkaar op de hoogte kunnen houden van (lokale) ontwikkelingen. Een mooi vruchtbaar initiatief dus, deze bijeenkomst. De samenwerking tussen de experimentcoffeeshops kan onder goed vertrouwen van start gaan.
Redactie BCD, 29 september 2019