Legaliseren de oplossing. Waar wachten we op?

Legaliseren de oplossing. Waar wachten we op?

Het is alweer even geleden dat de gemeente Amsterdam de beleidsnotitie “Naar een beheersbare cannabismarkt” publiceerde. Hier staat een tal van beweringen en problematiek in beschreven. Als je het zo leest, zou op veel van de beschreven problematiek regulering de oplossing zijn. Maar waar wachten we dan op?

Mede op verzoek van leden van de Amsterdamse gemeenteraad wordt in deze notitie een overzicht gegeven van mogelijkheden om te komen tot een beheersbare cannabismarkt, waarbij niet alleen aan de voorkant (bij de consument), maar ook aan de achterkant sprake is van een betere scheiding van de harddrugsmarkt en de softdrugsmarkt. Echter, wanneer we bij de daadwerkelijke implementatie komen, valt dit erg tegen. De oplossingen op de weergeven problematiek zijn: verhogen van de handelsvoorraad, een keurmerk en het veel besproken i-criterium. Wat ook opmerkelijk is: is dat het document de titel naar “een beheersbare cannabismarkt” draagt. Maar de maatregelen raken enkel het coffeeshopbeleid. Een denkfout of opzettelijk zo opgezet? Wanneer het eerste het geval is, kan eenieder bedenken dat de genomen maatregelen nooit afdoende zullen zijn om het geheel beter beheersbaar te maken. Opmerkelijk is ook dat onze burgemeester een tegengestelde positie en standpunt heeft ingenomen als haar ambtsvoorganger ten aanzien van het I-criterium.

Zoals in de notitie beschreven kondigden de ministers van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en J&V (Justitie en Veiligheid) in 2010 aan dat coffeeshops klein en beheersbaar moesten worden gemaakt. Zij meldden aan de Tweede Kamer: ‘Het ontstaan van zeer grote coffeeshops werkt al snel problematisch uit. De aantrekkingskracht van het Nederlandse drugsbeleid op gebruikers afkomstig uit het buitenland moet worden teruggedrongen. De handel in drugs is vergroot, geprofessionaliseerd en vercommercialiseerd. De focus heeft voor Amsterdam altijd gelegen op de gezamenlijke doelstellingen van het Rijk en Amsterdam: om criminele inmenging te bestrijden en softdrugsgebruik onder jongeren te voorkomen. Waarbij er geen prioriteit aan handhaving van het ingezetenencriterium wordt gegeven.

Wanneer we naar de beweringen in de discussienotitie kijken zien we dat we deze in een aantal onderwerpen kunnen opdelen: toeristenprobleem, volksgezondheid en ondermijning. Waarbij het gebrek een transparantie een grote rol speelt. Het bijzondere is, dat veel van de beschreven problematiek in stand wordt gehouden door de overheid zelf! Legaliseren is op veel van de beweringen dé oplossing.

Experiment 

Graag neem ik je mee in tweetal beweringen uit de discussienotitie. Er wordt erkend dat de coffeeshopondernemers noodgedwongen zaken moeten doen met het criminele circuit doordat de teelt van cannabis nog altijd illegaal is. Aan het Nederlandse cannabisbeleid ligt het idee ten grondslag dat de scheiding van de softdrugs- en harddrugsmarkt leidt tot vermindering van de risico’s voor de volksgezondheid. Een vereiste is dan wel dat de softdrugs ook daadwerkelijk minder gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Dit is als eerste afhankelijk van de aanwezigheid van schimmels/ziekten/pesticiden en, als tweede, van de (verhouding van) concentratie van werkzame stoffen in de cannabis. Beide zouden kunnen worden opgelost door het legaliseren van cannabis.
De noodzaak hiervan wordt gezien. En hiervoor is de zogeheten “Wietwet” van D66 dan ook aangenomen. En staat het Experiment Gesloten Coffeeshopketen in de startblokken.

Dit experiment is echter zeer gelimiteerd en zorgt dat de coffeeshops in de gemeenten buiten het experiment nog jaren vastzitten in het huidige beleid. Wanneer je naar de problematiek zoals beschreven in de discussienotitie naar een beheersbare cannabismarkt kijkt is dit eigenlijk onbillijk. Enerzijds zien we de problematiek, maar niet urgent genoeg om deze op aanzienbare termijn op te lossen. Er wordt hier namelijk nog rustig 6 jaar voor uitgetrokken. Een respectievelijke 6 jaar, als je bedenkt dat we al geruime 45 jaar vastzitten in het huidige gedoogbeleid. Tevens wordt ook de problematiek en de tweeslachtigheid in het huidige gedoogbeleid beschreven. Zo wordt er al jaren niet actief gerechercheerd op plantages. Daarbij staat de gedoogverklaring van de coffeeshop op de tocht wanneer de plantage aan de coffeeshop kan worden gelieerd. Een probleem wat redelijk simpel zou kunnen worden opgelost. Zou je denken.

Problematiek die in stand wordt gehouden door het huidige gedoogbeleid. De voorgestelde maatregelen lijken enkel doekjes voor het bloeden. Het zou goed zijn als er bestuurskracht zou worden getoond en het echte probleem zou worden aangepakt. Want wat eenieder ook heeft aan te merken op de coffeeshops en hun eigenaren, het zijn diezelfde eigenaren die al jaren op de barricade staan en risico’s nemen ten behoeve van de volksgezondheid. En dat is het.

Het Nederlands drugsbeleid is deels een pragmatisch beleid. Het pragmatische is erop gericht dat onder controle houden beter is dan verbieden. Verbieden zorgt vaak voor tegengestelde resultaten. Het is niet voor niets dat Nederland laag scoort ten opzichte van andere landen als het gaat om verslavingsaantallen.

Tijd voor vernieuwing

De AHJOG-criteria stammen uit 1991 en passen op z’n zachts gezegd niet meer in de huidige tijdsgeest en de ontwikkelingen wereldwijd. Vergis je niet, dat is al 30 jaar oud! Het is tijd voor vernieuwing en dat blijkt ook uit de eerdergenoemde notitie van de gemeente Amsterdam. Als legaliseren nog een stap te ver is, laten we dan kijken hoe we het huidige beleid kunnen oprekken. We moeten het samen doen binnen ieders autoriteit. Na 45 jaar gedogen, zijn doekjes voor het bloeden onvoldoende.

Het erkennen van de door de overheid in standgehouden problematiek is één. Samenwerken naar een bestendig cannabis en coffeeshopbeleid is twee.

Simone van Breda
Voorzitter Bond van Cannabis Detaillisten