Anton Ederveen (Valkenswaard): ‘Ondermijning is niet van de burgemeester alleen’

Anton Ederveen (Valkenswaard): ‘Ondermijning is niet van de burgemeester alleen’

Om criminele ondermijning van de lokale overheid tegen te gaan, zullen gemeenten zelf aan de slag moeten. Dit is geen zaak om alleen aan de politie over te laten. ‘Ondermijning komt overal voor en ondergraaft onze open en transparante democratie’, stelt Anton Ederveen, lid van de VNG-commissie Bestuur en Veiligheid. Hij pleit voor een verplichte screening van toekomstige raadsleden en wethouders.

Als burgemeester van Valkenswaard kent Anton Ederveen het klappen van de zweep. Zijn gemeente ging als een van de eerste stevig met de Wet Damocles en Wet Victoria aan de slag om wietpanden te sluiten. De gemeenten in de provincie Noord-Brabant zijn al enige jaren samen met allerlei overheidsdiensten in een voortrekkersrol aan de slag om ondermijningsbeelden boven tafel te krijgen en aan te pakken.

Het valt op dat ondermijning van het lokaal bestuur vrij plotseling een issue werd. Is dit fenomeen ineens enorm toegenomen?

‘Over ondermijning is nogal eens een definitiediscussie gaande. Ik noem het niets anders dan grote criminaliteit dichtbij en dat heeft altijd bestaan. De laatste jaren leggen we het bloot. Dat begon bij de uitvoering van de Wet Damocles en de Wet Victoria waarmee gemeenten panden met wietplantages sluiten. Die nieuwe bestuursrechtelijke instrumenten maakten duidelijk hoeveel wietplantages er zijn. Dat zie je nu ook bij ondermijning waar in toenemende mate aandacht voor is. Voor gemeenten in Noord-Brabant was het heel confronterend wat er allemaal speelde toen de ondermijning zichtbaar werden gemaakt. Ik haal in dezen vaak Johan Cruijff aan: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt.” Dat is de verwondering die nu speelt rond dit onderwerp, maar het is er altijd geweest.’

Gaat het niet vaak om vermoedens waarvoor het bewijs ontbreekt?

‘Dan gaat het specifiek om criminele vermenging in de lokale politiek, maar ondermijning bestaat in alle gemeenten. Het recente onderzoek van Pro Facto richt zich specifiek op beïnvloeding van het bestuur met een crimineel oogmerk. Dat blijkt lastiger te bewijzen. De beschikbare casussen zijn geanonimiseerd, het lastige is dat we bij informatiedeling aanlopen tegen privacyvoorschriften. Vaak gaat het om een kwestie waar je een unheimisch gevoel bij hebt of waar je net niet de vinger op kunt leggen, maar die ernstig genoeg is om aan de kaak te stellen. Ik breng het terug tot de kern. We hebben een open en transparant democratisch bestel dat we met elkaar moeten koesteren. Als je vervolgens constateert dat dit wordt bedreigd door criminelen die gebruikmaken van die transparantie, dan moeten we ons meteen zorgen maken. Dat moet niet afhangen van het aantal casussen of harde bewijzen. Realiseer je die kwetsbaarheid, maak het bespreekbaar en overweeg de inzet van instrumenten om vermenging tegen te gaan.’

U duidt op screening van alle actoren binnen het lokaal bestuur?

‘Wijs de politieke partijen op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de screening van kandidaat-raadsleden. Het is voor hen niet wettelijk verplicht een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te overleggen. Bespreek ook het thema van screening voor kandidaat-wethouders, want ook dat is niet wettelijk verplicht. De VNG zou graag zien dat de Tweede Kamer hier discussie over voert. Moet een VOG niet verplicht worden als je kwetsbaarheden signaleert? Een burgemeester wordt wel uitgebreid gescreend in een sollicitatieprocedure, maar wethouders die ook locoburgemeester kunnen zijn, niet. Dat is raar. We maken ons daar wel druk om bij mensen die bijvoorbeeld met kinderen werken, maar als het om ons democratisch bestel gaat, staan we er minder bij stil.’ 

Werkt zo’n VOG, een momentopname, afdoende?

‘Overweeg van elk instrument dat ter beschikking staat of je het serieus gaat inzetten. Maak het bij politieke partijen bespreekbaar in aanloop naar de raadsverkiezingen en plaats het in de context van ondermijning, want vaak is men zich er niet eens bewust van. De discussie over ondermijning wordt steeds breder en daar hoort dit onderwerp ook bij. Je kunt je afvragen of dit voldoende is, maar dat is een politieke afweging. Wel is het vreemd dat als je mogelijkheden hebt die een zekere barrière kunnen sorteren tegen vermenging, je die niet eens inzet.’ 

Het is noodzakelijk dat de Ondermijningswet er komt

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in maart claimde uw collega Bruls van Nijmegen namens de regioburgemeesters 1 miljard structureel om criminaliteit aan te pakken. Het regeerakkoord komt met een Ondermijningswet en 100 miljoen eenmalig. Een schril contrast. 
‘Ik vind het goed dat dit thema, waar we lang aandacht voor hebben gevraagd, in het regeerakkoord terecht is gekomen. Dan kun je gaan miezemuizen over het bedrag, maar ik noem het pure winst dat het op deze manier geagendeerd staat.

‘Het is noodzakelijk dat de Ondermijningswet er komt en we gaan met elkaar het gesprek voeren hoe die eruit gaat zien. Ik trek weleens de vergelijking met de vroegere Rotterdamwet, op die manier moet de wetgever ook naar de Ondermijningswet kijken. Het Rijk neemt ondermijning zeer serieus, zet wetgeving in die gemeenten de ruimte biedt nieuwe wegen te verkennen en voorziet ons ook van financiële middelen. Het Rijk gaat naast de eerste overheid staan. Die 100 miljoen euro eenmalig zou in een revolving fund kunnen zodat het een structureel karakter krijgt. Overigens is er naast dit fonds ook geld uitgetrokken voor politiecapaciteit. Je moet al die verschillende posten wel bij elkaar zetten voor het complete plaatje.’

Komt ondermijning vaker voor in oer-Nederlandse gesloten gemeenschappen die anti-overheid zijn? 

‘Nee, wel kan de ene gemeenschap kwetsbaarder zijn dan de andere. Overheidsparticipatie vind ik een groot goed, het is gezond dat de samenleving ook zelf dingen oppakt. Ongezond wordt het als je je onttrekt aan het gezag dat we met elkaar hebben afgesproken. Ik kom uit het zuiden, maar heb bijna twintig jaar in Amsterdam gewoond en gewerkt. Ook daar bestond een buitengewone afkeer van de overheid. Het kan best zo zijn dat de voedingsbodem voor dat soort sentimenten in de ene gemeente groter is dan in de andere. Dit is nu eenmaal het risico dat samenhangt met ons open democratisch stelsel. Het fenomeen ondermijning komt dus ook overal voor. Laat er geen misverstand over bestaan dat we hier een waanzinnig laagdrempelig democratisch bestel hebben waar we trots op zijn, maar sluit tegelijkertijd de ogen niet voor de mogelijke keerzijde daarvan. Voer in de Haagse arena de politieke discussie wat je wel of niet open en transparant wilt houden.’

Het streven is onder meer een intensieve samenwerking tussen publieke en private partijen op te tuigen à la de Taskforce Brabant-Zeeland. Hoe ziet dat eruit?

‘In Noord-Brabant heeft het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) een zogeheten apothekerskast ingericht die we vullen met best en worst practices. Door casuïstiek uit te wisselen, leren we van elkaar hoe het wel of niet moet. Onlangs sprak ik met collega’s uit Overijssel en Gelderland over ondermijning, en daar merkte ik hoe verschillend de aanpakken in den lande zijn en hoe ver men ermee is. Er zijn provincies waar gemeenten nog moeten beginnen met het opleveren van ondermijningsbeelden. Leer daarom van elkaar. In de regio Zuidoost-Brabant doen we dat door kennis en capaciteit van elkaar te lenen. Er is ook een bestuurlijk ondersteuningsteam opgericht dat de gemeenten samen financieren en dat ingezet wordt als vliegende brigade.’ 

‘Gemeenten lopen aan tegen de regelgeving rond privacy’

Werkt de samenwerking in de praktijk goed?

‘Gemeenten hebben grote bereidheid expertise te delen, is mijn ervaring. Het heeft wel tijd nodig om vertrouwen op te bouwen tussen de verschillende partners en diensten om informatie uit te wisselen. Het OM is van ver gekomen door aan te geven dat het ook mogelijk is buiten de strafrechtketen te kijken. De Belastingdienst heeft ook even moeten schakelen rond de afscherming van de dossiers. Als je weet hebt van het probleem en van de kracht die je gezamenlijk kunt opbouwen, dan doe je verrassende ervaringen op en die maken dat het vertrouwen groeit en dat meters worden gemaakt. Ja het kost tijd, maar ga aan de slag. Er zijn gemeenten elders in het land die een enorm verhaal op zich af zien komen of die redeneren dat het bestrijden van ondermijning te veel capaciteit kost en een taak van de politie is. Smoezen en onbekendheid, begin gewoon. Je hoeft niet elke casus meteen aan te vliegen. Deel hier of daar als gemeente een korte klap uit, de volgende keer doet een ander het of gebeurt het samen.’  

Er is meer nodig dan alleen een strafrechtelijke aanpak, wat kunnen gemeenten zelf doen?

‘Zet de knop in je hoofd om en realiseer je wat je allemaal kunt doen met de afdelingen vergunningen, toezicht, bevolkingsregistratie, ruimtelijke ordening, belastinginning, met de wijkcoördinatoren die op straat lopen en via de keukentafelgesprekken. Je kunt het als gemeente zo gek niet bedenken wat er allemaal inzetbaar is en wat er allemaal al aan informatie bestaat. Waar gemeenten tegenaan lopen is de regelgeving rond privacy. We moeten niet vervallen in een big brother-systeem, maar een gemeente mag een heleboel wel. We schieten te snel in een reflex dat iets niet mag. In RIEC-verband zijn convenanten afgesloten en op basis daarvan kunnen we informatie uitwisselen. Dat geldt ook binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Als ik medewerkers van zes afdelingen om de tafel zet en ik leg in het midden een adres neer met de vraag of men dit adres kent met als antwoord vijf keer ja, dan heb ik een reden om daar eens wat dieper op in te gaan. Dan heb ik nog totaal geen informatie gedeeld over dat adres of die persoon.’

Welke rol speelt de VNG hierbij?

‘De VNG heeft samen met het ministerie van BZK een handreiking Integriteitstoetsing ontwikkeld. Maak daar gebruik van en attendeer zowel de eigen organisatie als de politieke partijen daarop. Ondermijning is niet van de burgemeester alleen, maar van het lokaal bestuur in de breedte. Een heleboel voorwerk valt onder de verantwoordelijkheid van de politieke partijen. Verder heeft BZK een netwerk weerbare overheid opgezet waarin de VNG participeert. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid heeft ook een eigen expertteam. Ook kunnen gemeenten deelnemen in het samen met het Bureau Regioburgemeesters nieuw op te richten platform georganiseerde criminaliteit. Er zijn allerlei praktische handvatten, maak daar gebruik van. Je haalt niets ingewikkelds los, het is allemaal heel praktisch en mede ontwikkeld door mensen uit het lokaal bestuur. Vanuit de commissie Bestuur en Veiligheid blijkt dat de gemeenten een aanjagende en verbindende rol van de VNG verwachten.’ 

Daar is een visiedocument over opgesteld.

‘Ja, de VNG omschrijft daarin haar rol bij de aanpak van ondermijning. Op de korte termijn probeert de VNG het bewustzijn bij gemeenten te vergroten en vraagt aandacht voor de risico’s van criminele vermenging met ons politiek bestel. Op de middellange termijn zoekt de VNG de verbinding met branches die nodig zijn voor de aanpak van ondermijning. Denk aan maatschappelijke coalities zoals met VNO-NCW/MKB Nederland en met de branches van makelaars en notarissen. Die twee beroepsgroepen bleken in een eerder stadium kwetsbaar te zijn, daarom is de samenwerking gezocht. Dat zijn nieuwe wegen die we bewandelen.’

‘In West-Brabant liep vorig jaar een pilot aanpak autoverhuurbedrijven en toen zijn we met de BOVAG gaan praten. Vergeet overigens de maatschappelijke kant niet. Sommige buurten zijn kwetsbaarder. Heb oog voor situaties in de wijken, ga verloedering tegen en zorg dat mensen een inkomen krijgen, wees zichtbaar als gemeente. Dat zijn belangrijke voorwaarden om ondermijning te voorkomen.’

Auteur: Marten Muskee 
Bron: vng.nl – 17 november 2017