Al 15 jaar medicinale staatswiet, ‘maar die is slecht en duur’
Terwijl de politiek druk bezig is met de voorbereiding van het wietexperiment, weten maar weinig mensen dat de Nederlandse overheid al ruim vijftien jaar zelf medicinale wiet laat telen en verkoopt in binnen- en buitenland. Maar hierbij gaat veel mis.
Het Bureau Medicinale Cannabis (BMC), een overheidsinstantie, laat de cannabis kweken door het Groningse bedrijf Bedrocan. Het heeft een monopoliepositie: alleen dit bedrijf levert deze cannabis aan het BMC. In politiek Den Haag geldt dit als sterk voorbeeld van een door de overheid gereguleerde gesloten cannabis-keten. Maar dat blijkt niet terecht.
Maurice Veldman is advocaat van verschillende patiënten en ondernemers in de cannabisbranche. Zoals Maripharm, een van de voormalige leveranciers van medicinale cannabis. Volgens Veldman heeft 15 jaar BMC Nederland vooral veel achterstand opgeleverd ten opzichte van de rest van de wereld.
“Voor die tijd stonden we internationaal gezien voorop, nu bungelen we helemaal achteraan. Die achterstand gaan we ook niet meer inlopen. Dat vind ik schandelijk: overal op de wereld is cannabis tot een miljardenindustrie verklaard, en wij verbieden alles.”
Medicinale wiet van Nederlandse bodem
Hiv-patiënt Ruud Hillebrand is al zo’n 25 jaar afhankelijk van medicinale wiet. Hij verlangt nog steeds terug naar de situatie voordat de overheid zelf medicinale wiet ging leveren. Hij laat de verpakkingen zien die hij destijds kreeg van Maripharm. Dat ging via de apotheek.
“Zo kwam het hier aan, keurig netjes vacuüm verpakt, met de bijsluiter erbij, van de apotheek op naam. Dit potje komt bijvoorbeeld uit 2002. Het is nu heel vreemd om te zien dat er toen zo’n goed product was. Dit was er al voor de overheid zich ermee ging bemoeien.”
Vanaf 2003 werd alles anders voor patiënten. Vaste leveranciers met bewezen kwaliteit en officiële ontheffingen om te mogen kweken, mochten opeens niet meer leveren. De overheid koos een eigen, nieuwe kweker. Die leverde minder kwaliteit voor een veel hogere prijs. Daardoor stortte de levering via apothekers volledig in.
Apotheker Charles Wauters: “Het is jammer dat zoveel kennis wegvloeit en dat je een goed opgebouwd bedrijf ter ziele laat gaan. Wie zijn daar de dupe van geworden? De patiënten. Want die krijgen niet meer wat ze gewend waren.”
Ik kon terug naar de coffeeshop, want dat spul was niet te roken.
Hillebrand is het hiermee eens. “Ik kon terug naar de coffeeshop, want dat spul was niet te roken. En ik was niet de enige die er zo over dacht. Enorm protest stak op vanuit patiëntenorganisaties. Maar wij werden weggezet als schreeuwlelijkerds en als mensen die onwaarheden vertelden. Er is nooit naar ons geluisterd.”
Al vijftien jaar klinkt er kritiek van gebruikers en andere telers: de cannabis van BMC en Bedrocan is te slecht en te duur. Daardoor is de markt ingestort. Nieuwsuurvroeg beide organisaties om een reactie, maar die weigerden een interview op camera.
Dat kan ermee te maken hebben dat er ook objectief veel aan te merken is op de werkwijze van de overheid en BMC in de afgelopen 15 jaar. BMC moest medicinale wiet regelen voor patiënten. Maar de praktijk laat zien dat de patiënten eerder de dupe zijn geworden van het overheidsbeleid dan dat ze ermee geholpen zijn.
Vrij verkrijgbaar
Eind jaren 90 en begin deze eeuw was Els Borst, toen minister voor Volksgezondheid, een groot pleitbezorger van vrij verkrijgbare cannabis voor medicinaal gebruik.
In die tijd kregen meer dan tienduizend patiënten keurig hun medicinale wiet via huisartsen en apotheken, maar formeel was die situatie illegaal. Borst veranderde dat, en daarmee was Nederland het eerste land waarbij de regering officieel cannabis laat telen, aankoopt en via de apotheek levert.
Maar als BMC daadwerkelijk aan de slag gaat, is Borst al weg als minister. En met de duurdere en minder effectieve wiet van de nieuwe staatskweker Bedrocan gaat vrijwel geen patiënt meer naar de apotheek.
Ook Hillebrand kweekt zijn cannabis liever zelf: hij wil niet afhankelijk zijn van de staatswiet van Bedrocan of van de coffeeshop. En dus procedeerde hij door tot de Hoge Raad om zijn eigen wiet te mogen kweken. De rechter gaf hem gelijk: Hillebrand heeft nu een vergunning om cannabis te kweken. “Vanwege mijn ziekte, zodat ik mijn eigen medicijn heb.”
Een andere oplossing
In 2003 rekende de overheid erop zo’n 10.000 gebruikers van medicinale wiet als patiënt te behouden. Maar velen wilden de wiet van BMC en Bedrocan niet. Er bleven slechts een paar honderd patiënten over. De rest verzon, net als Hillebrand, een andere oplossing en ging zelf kweken of schakelde iemand hiervoor in.
Inmiddels is het aantal patiënten dat hun wiet via de apotheek verkrijgt langzaam aan het toenemen. Maar het niveau is nog steeds niet wat het zou kunnen zijn.
Dat Hillebrand gelijk kreeg van de rechter, verbaast advocaat Veldman niets. “Rechters zijn in toenemende mate bereid om de helpende hand uit te steken. (…) Het laat zien dat het beleid van BMC ondeugdelijk is, dat het niet werkt. Dat het veel patiënten geen soelaas biedt, om welke reden dan ook.”
Van de oorspronkelijk doelstellingen van BMC is niet veel terecht gekomen. De wiet is niet beter beschikbaar geworden voor patiënten, en op het wetenschappelijk onderzoek naar de werking ervan wordt nog steeds gewacht. In andere landen is op beide punten wel veel vooruitgang geboekt.
Rond het monopolie van Bedrocan doemen bij het maken van de reconstructie nog allerlei saillante details op. Zo doet BMC in 2007 met justitie een inval bij Maripharm, de potentiële concurrent van Bedrocan. Die inval is funest voor het bedrijf, maar onrechtmatig. Dat bevestigt de gemeente Rotterdam, waar de inval plaatsvond, pas 5 jaar later aan het gedupeerde Maripharm. Nieuwsuur heeft alle relevante stukken over die inval in handen. Maar ook op vragen daarover weigert BMC antwoord te geven.
Ook blijkt dat de directeur van Bedrocan een broer is van een toenmalig topambtenaar van het ministerie van Justitie. Hij hield zich onder meer bezig met drugsbeleid.
Bron: nos.nl
Bas Haan