Wie schrijft, die blijft
Schriftelijke vragen D66 over het invoeren van een landelijk keurmerk voor coffeeshops
Op 22 februari 2023 was er een commissiedebat over het drugsbeleid in de Tweede Kamer. Daarbij ging het o.a. over het experiment gesloten coffeeshopketen. Aangekondigd werd dat de gemeenten Breda en Tilburg eerder mogen starten met de levering van legaal geteelde wiet aan coffeeshops, waarbij coffeeshops ook nog mogen inkopen bij hun oude leveranciers. Het doel hiervan is om de geslotenheid van de keten en alle processen en systemen die erbij komen kijken alvast te testen, zodat de start van het experiment in de rest van de gemeenten soepel kan verlopen. Daarnaast werd besproken dat de gemeente Amsterdam heeft aangegeven dat ze met een stadsdeel wil deelnemen aan het experiment. De gemeente onderzoekt op dit moment welk stadsdeel mee zou kunnen doen en gaat hierover in gesprek met de stadsdelen, de coffeeshopbranche en de betrokken ministeries. De verwachting is dat Amsterdam in mei van dit jaar met een voorstel komt.
Ook het initiatief van het Landelijk Overleg om samen met de banken een gedragscode of keurmerk voor coffeeshops te ontwikkelen kwam ter sprake tijdens het debat. Joost Sneller, Kamerlid van D66, gaf aan: “Er is een initiatief vanuit de coffeeshopbranche om een keurmerk te ontwikkelen, juist ook op verzoek van de banken, om ervoor te zorgen dat de controle beter wordt en er ook een hogere standaard aangelegd wordt. Hoe kijkt het kabinet naar dit keurmerk en is het bereid om dit ook te ondersteunen?”.
In reactie op deze vraag gaf minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz aan dat de verkoop van softdrugs op dit moment nog steeds verboden is. Een coffeeshopkeurmerk past volgens haar niet in de situatie die we nu hebben.
Naar aanleiding van deze korte, ongemotiveerde reactie heeft D66 deze week Kamervragen gesteld. Daarin wordt de minister verzocht of zij nader kan toelichten waarom een landelijk keurmerk, zoals voorgesteld door het Landelijk Overleg, “niet past in de situatie die we nu hebben” (dat wil zeggen: het huidige gedoogbeleid waarbinnen de verkoop van softdrugs nog steeds verboden is). Ook is de minister gevraagd of zij uiteen kan zetten wat eventueel de juridische, bestuurlijke, dan wel financiële knelpunten zijn voor het invoeren van een landelijk keurmerk voor coffeeshops. Als het invoeren van een landelijk keurmerk volgens haar geen optie is, op welke manier is zij dan van plan om binnen de kaders van de bestaande gedoogcriteria de veiligheid te waarborgen en de transparantie in de coffeeshopsector te bevorderen in de ruim 90 coffeeshopgemeenten die niet deelnemen aan het experiment?
De BCD is blij met de politieke aandacht en steun vanuit de Kamer voor het initiatief van het Landelijk Overleg om een landelijk keurmerk voor coffeeshops te ontwikkelen. Wij zijn dan ook zeer benieuwd naar de antwoorden van de minister op deze schriftelijke vragen.
Redactie BCD, 4 maart 2023