Wake-up call – Coffeeshop is meer dan een wiet-kroketloket
Als het aan de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb ligt, dan gaan alle coffeeshops op de schop. Hij grijpt de experimenten met wietteelt aan voor de Endlösung van de coffeeshop. Een lang gekoesterde droom. Hoe moeten we deze oproep interpreteren? Is dit werkelijk een serieuze optie? Cannabis-onderzoeker Nicole Maalsté over een uniek Nederlandse fenomeen en waarom dit niet mag verdwijnen.
Verschillende geluiden uit PvdA
Met de oproep om coffeeshops te vervangen door andere cannabisverkooppunten wijkt Aboutaleb af van het ‘normale’ standpunt in zijn partij. Oké, ik weet het. Van PvdA’ers wordt wel eens gezegd dat het draaikonten zijn. Maar dat etiket zou ik niet meteen op Aboutaleb plakken. Het lijkt mij een vrij rechtlijnige man. Voor zover ik hem ken, zou ik eerder zeggen dat hij aan de conservatieve kant van zijn partij zit.
Opvallend was dat zijn partijgenoot Paul Depla, burgemeester van Breda, op hetzelfde moment riep dat coffeeshops nog een kans moeten krijgen. Het deed me denken aan de good cop, bad cop strategie. Terwijl de ene je met een stok slaat, houdt de ander je een wortel voor.
Consument geeft voorkeur aan coffeeshop
Zelf ben ik overigens niet echt onder de indruk van het ‘dreigement’ om te experimenteren met andere verkoopkanalen dan de coffeeshop. In driekwart van de Nederlandse gemeenten hebben ze helemaal geen coffeeshops. Consumenten in die gemeenten zijn volledig aangewezen op de illegale markt. Of ze moeten naar een coffeeshopgemeente gaan. Ik kan me voorstellen dat je in die gemeenten eens gaat kijken of er behoefte is aan een gereguleerd aanbod. En dat hoeft inderdaad niet per se een coffeeshop te zijn.
Ik wil daar meteen bij opmerken dat cannabisconsumenten zelf wel een grote voorkeur hebben voor de coffeeshop als verkoopkanaal. Dat blijkt althans uit de tussentijdse resultaten van de Grass Poll, de online-enquête die inmiddels door 8500 consumenten is ingevuld: 59% van de recreatieve wietconsumenten geeft aan het liefst cannabis in een coffeeshop te kopen, met als tweede voorkeur ‘eigen teelt’ met 14%…
Vooroordeel over coffeeshop-exploitanten
Het idee om coffeeshops af te schaffen en te vervangen door andere verkoopkanalen, lijkt vooral ingegeven door vooringenomen denkbeelden over coffeeshop-exploitanten. Dat zijn in de ogen van Aboutaleb (bijna) allemaal criminelen die al jarenlang hun zakken vullen. Coffeeshops zijn verbonden met de georganiseerde criminaliteit, zo is de gedachte. En daar willen we nu voor eens en altijd vanaf.
Een boude uitspraak. Coffeeshops worden namelijk allemaal regelmatig gescreend. En het ligt in het vermogen van de burgemeester om een vergunning te weigeren of af te pakken als blijk zou zijn van criminele banden. Als coffeeshops werkelijk op grote schaal banden onderhouden met criminele organisaties, waarom heeft hij de coffeeshops in zijn stad dan niet gesloten?
De denkfout die de Rotterdamse burgervader en met hem veel andere bestuurders en politici lijken te maken, is dat de coffeeshop uitsluitend een verkoopadres is. Een coffeeshop is ook een uitgaansgelegenheid. Een huiskamer. Een plek waar blowers elkaar ontmoeten om samen een jointje te roken. Waar kun je dat nog doen als je cannabis alleen nog via een automaat of online kunt aanschaffen? Een cannabis social club is voor het merendeel van de consumenten ook geen alternatief. Daar moet je geregistreerd lid van zijn en daar zit lang niet iedereen op te wachten. Je hoeft toch ook geen lid te zijn om een café te bezoeken!
Wensen van de consument
Aboutaleb houdt met zijn uitspraken totaal geen rekening met de wensen en behoeften van de consument. ‘Ze moeten van mijn shoppie afblijven’, liet een cannabisconsument me weten. Deze consument slaat in al zijn eenvoud de spijker op zijn kop.
Net als bij allerlei andere zaken die in de samenleving spelen, worden de mensen waar het over gaat niet betrokken bij de plannen. Hoe wil je draagvlak creëren voor experimenten met wietteelt als je alleen maar plannen maakt vanachter de tekentafel en de mensen om wie het gaat niet vraagt wat zij willen?
Ondergrondse wietindustrie
Je ziet het ook terug in de brief van de VNG. Burgemeesters willen praten met de landelijke overheid, de politie, professionals en zogeheten experts. Maar de consument wordt kennelijk niet als een serieuze gesprekspartner gezien. Als je plannen bedenkt zonder consumenten en coffeeshop-exploitanten hierbij te betrekken, dan is de kans van slagen klein. Dan is het niet ondenkbaar dat de wietindustrie net zoals vroeger weer helemaal ondergronds gaat.
Ik heb het al eerder geschreven. Laat dit een wake-up call zijn. Het is belangrijk dat consumenten hun stem laten horen. Blower, kom op voor je shop!
Beleidsmaker, ga naar de coffeeshop!
Tegen coffeeshop-exploitanten zou ik willen zeggen: de tijd van achterover leunen is voorbij. Laat zien dat je meer bent dan een verkoopautomaat. Organiseer je en dwing zo af dat de overheid je als een professionele gesprekspartner gaat zien.
Maar laat dit verhaal vooral ook een wake-up call zijn voor alle beleidsmakers die zich met dit onderwerp bezighouden. Neem eens een kijkje in een paar coffeeshops en maak eens een praatje met een aantal cannabisconsumenten voordat je besluit dat je de coffeeshops uitroeit. Een coffeeshop is meer dan wiet-kroketloket!
Bron: CNNBS