Cannabis Connect trip naar Canada: een onvergetelijke ervaring

Cannabis Connect trip naar Canada: een onvergetelijke ervaring

Een uitzonderlijk reisgezelschap was het zeker: 47 personen vlogen deze maand naar Canada voor een werkbezoek aan drie legale cannabis kwekerijen. Een onvergetelijke ervaring, die naast optimisme over de toekomst ook veel stof tot nadenken opleverde.

In totaal waren 21 coffeeshops uit veertien steden vertegenwoordigd, grotendeels eigenaren maar ook personeelsleden. Daarnaast reisden advocaten Maurice Veldman en Ilonka Kamans mee, August de Loor, Nicole Maalsté, Rutger-Jan Hebben en ikzelf, als fotograaf van dienst en namens het VOC. Al op Schiphol werd gegrapt over het neerstorten van het vliegtuig; daarmee zou een flink deel van de Nederlandse cannabisbranche in één klap verdwenen zijn. Gelukkig landden we rond half vijf ’s middags plaatselijke tijd veilig op het vliegveld van Toronto.

Van de vooraf door sommigen gevreesde extreme kou was geen sprake, de zon scheen en de temperatuur schommelde rond het vriespunt. In het gigantische Westin Harbor Castle hotel ontmoetten we de deelnemers die al eerder naar Toronto waren gevlogen. Ze hadden al een dispensary gevonden, waar je op vertoon van je paspoort zoveel cannabis kon kopen als je wilde. Naar verluidt afkomstig uit British Columbia aan de Canadese Westkust, de meest liberale provincie op het gebied van cannabis. Een eerste -letterlijke- hoogtepunt: diner op de 38e verdieping van het hotel, omringd door wolkenkrabbers en met uitzicht op de fraai verlichtte CN Tower, het belangrijkste landmark van Toronto. De diehards lieten zich niet afschrikken door het vroege tijdstip van vertrek de volgende ochtend en bleven tot in de kleine uurtjes hangen.

Chocoladefabriek

Om het eerste reisdoel, Tweed / Canopy Growth Corporation in Smith Falls, te bereiken namen we eerst de bus en vervolgens een kleine veerboot naar het vliegveldje dat in het meer van Ontario is aangelegd. Per vliegtuig ging het verder naar Ottawa, zo’n 400 kilometer ten noordoosten van Toronto en daarna per bus naar Smith Falls. Het adres, Hershey Road 1, verwijst naar het vorige leven van de fabriek waar Tweed nu in gevestigd is. Tot 2008 was dit een van de grootste chocoladefabrieken van Canada. Tweed kocht het enorme bedrijfspand in 2014, tot vreugde van de lokale bevolking en het stadsbestuur. Op dit moment werken er zo’n 450 mensen bij Tweed en elke maand komen daar zo’n vijftig nieuwe werknemers bij, met het oog op de legalisering van recreatieve cannabis komende zomer.

De groep werd opgesplitst, in witte laboratoriumjassen gestoken en voorzien van beveiligingspassen en haarnetjes. De rondleiding kon beginnen. Onze gids Cazz Bham was investeringsbankier voordat hij bij Tweed ging werken als manager International Development. Vriendelijk en geduldig leidde hij de groep door de faciliteit, de verschillende groei- en bloeiruimtes en de installaties die zorgen voor de voeding, de luchtkwaliteit en luchtvochtigheid. De droogruimtes waren off limits en de planten mochten we alleen achter glas zien, maar foto’s maken was toegestaan, in tegenstelling tot de andere twee bedrijven die we later zouden bezoeken. Bham vertelde dat ze bezig zijn met het samenvoegen van kweekruimtes tot “mega rooms”. Alles is gericht op productie; de verwachting is dat de legalisering van recreatieve cannabis een enorme stijging van de vraag zal veroorzaken. Medicinale cannabis is al sinds 2003 legaal in Canada.

The Vault

Uit alles werd duidelijk dat Tweed kosten noch moeite spaart om haar leidende positie in de legale cannabiswereld vast te houden. De faciliteit beschikt over laboratoria met topklasse apparatuur voor onderzoek en productielabs voor olie en capsules. Veel indruk maakte de centrale opslagruimte, “The Vault”, waar alle gedroogde cannabis en cannabisproducten worden bewaard. Net toen we uitleg kregen, passeerde er een werknemer met een karretje volgeladen met zeker vijfendertig zakken wiet. Elke zak bevat 750 gram cannabis, dus daar kwam eventjes de toegestane voorraad van zo’n vijftig coffeeshops voorbij… Minder tot de verbeelding sprekend, maar ook indrukwekkend was de gecentraliseerde voedingsinstallatie, waar voor elke kweekruimte specifiek afgestemde voeding wordt aangemaakt.

Een van de Engels sprekende deelnemers vatte zijn indrukken samen als “impressing and depressing”. Het gevoel dat we in Nederland hopeloos achterlopen werd bij iedereen versterkt. Wat we hier zagen vormt wel een heel groot contrast met de kabinetsplannen voor een experiment met gereguleerde cannabisteelt. De adviescommissie én de Tweede Kamer commissie voor justitie en veiligheid zouden zo snel mogelijk deze rondleiding bij Tweed moeten doen. Er komen regelmatig politici langs, uit alle windstreken. Wie deze faciliteit heeft bezocht, begrijpt dat onze regering een achterhoedegevecht voert, dat de Nederlandse belangen fors schaadt. Want ook dat werd duidelijk: een groot deel van de know how over de teelt én een groot deel van de soorten cannabis komt uit Nederland.

TerrAscend

Op de dag dat Nederland naar de stembus ging voor de gemeenteraadsverkiezingen, bezochten we TerrAscend, een bedrijf dat zich vooral richt op medicinale cannabis en CannTrust, de grootste faciliteit op het programma. De presentatie van Robyn Rabinovich, vice president business development bij TerrAscend, maakte duidelijk dat de grenzen tussen de cannabiswereld en die van de farmaceutische industrie en de bankenwereld in Canada aan het vervagen zijn. In de raad van bestuur van TerrAscend zitten meerdere mensen die zijn overgestapt uit deze branches. Het bedrijf doet veel onderzoek, met de bedoeling om “protectable intellectual property” te ontwikkelen. Er wordt wel cannabis geproduceerd, maar dat is zeker niet het hoofddoel.

Voor TerrAscend is cannabis niet alleen een medicijn, maar ook een “wellness product”. Reden genoeg voor August de Loor om een serie kritische vragen te stellen; hij is juist tegen de vermenging van medicinaal en recreatief gebruik. Rabinovich vertelde dat ze nu zo’n drie en een half jaar werkzaam was in de cannabisindustrie: “voor een Nederlander is dat niet zo lang, maar in Canada ben ik een veteraan.” Binnenkort begint de eerste clinical trial van TerrAscend, naar het gebruik van cannabis om opiaatverslaving tegen te gaan. Nog een interessant feit: Health Canada, het ministerie van volksgezondheid, heeft aangekondigd dat ze nog 208 nieuwe vergunningen uit gaat geven voor “licensed producers”, zoals de legale teeltbedrijven hier worden genoemd.

Bij het omkleden voor de rondleiding viel de term Oempa Loempa al snel: we moesten een overal aan, een haarnetje, schoenbeschermers, mond- en baardkapje en zwarte rubberen handschoenen. Je kreeg in die uitdossing ook de neiging om als astronaut in slow motion door de smetteloze witte gangen te lopen. Bij de ingang van elke ruimte stonden bakken met desinfecterende vloeistof om je schoenen nog een keer te ontsmetten. Voordeel was dat we nu wel ín de kweekruimten mochten komen. Head of production Darren Sarniak stortte tijdens de rondleiding een tsunami aan feiten over ons heen en maakte zijn reputatie als “master grower” helemaal waar. Het bedrijf levert ook direct via de post aan patiënten; in een aparte hal is hiervoor een volledige productielijn opgesteld, compleet met lopende band.

Kassencomplex

Wellicht geruststellend voor bezorgde bestuurders en politici: de bewaking en beveiliging van het bedrijf had nauwelijks meer om het lijf dan dat van een accountantskantoor. Een simpel hek en wat camera’s en geen bedrijfsnaam op de gevel. Planten stelen heeft niet zoveel zin en de voorraad ligt, net als bij Tweed, opgeslagen in een degelijk beveiligde ruimte. Nadat we bij Tweed een grootschalige binnenkwekerij voor recreatieve wiet hadden bekeken en bij TerrAscend een gespecialiseerde medicinale producent was het tijd voor een derde variant: een kaskweker. Wat we bij CannTrust in Niagara zagen overtrof alles. Tienduizenden vierkante meters in een enorm kassencomplex, met een capaciteit van 40.000 kilo per jaar.

Onze gids Brady Green, head grower van CannTrust, maakte indruk met zijn kennis over elk aspect van de teelt en deelde die kennis zonder schroom. Leuk weetje: de cannabis wordt gedroogd bij vijftien graden, minimaal tien dagen maar vaak langer, afhankelijk van de soort. Dat laatste bleek een rode draad: de omstandigheden worden afgestemd op de behoeften van de specifieke soort. Elke soort heeft dus zijn eigen voeding, groei- en bloeitijd en droogproces. Elk detail wordt zoveel mogelijk geperfectioneerd. Het absolute hoogtepunt van de trip was voor mij het halve uur dat we doorbrachten in Flower Room 1. In deze kas stonden zo’n zevenduizend cannabisplanten in volle bloei: de meesten zouden de volgende dag worden geoogst.

Cannatonic

Omdat we in full Oempa Loempa outfit waren, mochten we naar hartenlust door de kas struinen en de planten aanraken en ruiken. De geur van de Cannatonic, een plant met een THC gehalte van zes procent en een CBD gehalte van zo’n zestien procent, was ronduit zalig: zoet en citrusachtig als een Tangie. En oh, hoe frustrerend dat ik mijn camera bij de ontvangstbalie achter had moeten laten… Dit was werkelijk the future of cannabis production. Brad Green vertelde dat CannTrust aanvankelijk vooral werkte met zaden van Paradise Seeds, de Amsterdamse zadenbank van Luc Krol. Ook de systemen in de kassen zijn grotendeels van Nederlandse oorsprong. Recent vertelde een Nederlandse kassenbouwer in het RTL4 journaal hoe hij in Canada kassen bouwt voor cannabis en hoe jammer het is dat we dat in Nederland niet doen.

Dat gevoel overheerste ook bij de deelnemers aan de Canada reis: wat laat ons land een hoop kansen liggen en hoe mooi zou het ook bij ons kunnen zijn. Natuurlijk: hoe ver Canada ook op ons voor ligt, niet alles wat daar gebeurt zou ook in Nederland goed werken. Naast de teelt op industriële schaal door bedrijven als CannTrust, moet er ook ruimte zijn voor kleine spelers. “Craft cannabis” noemen ze dat hier, naar analogie met kleine bierproducenten of microbreweries. Ambachtelijk geteelde cannabis, bijvoorbeeld alleen op aarde geteeld. Zowel CannTrust als TerrAscend werken met steenwol, maar Tweed bewijst dat je ook grootschalig op aarde kunt kweken. De markt en de consumentenvraag zouden hier leidend moeten zijn. Eén ding is zeker: we kunnen veel leren van de ervaring van Canada met cannabis. Deze keer hoeven we het wiel niet helemaal zelf uit te vinden.

Coffeeshop

Wat de Canadezen nog steeds van ons kunnen leren is de ruim veertig jaar ervaring die in ons land is opgedaan met de detailhandel van cannabis: de coffeeshop. Zoals profeten niet in hun eigen land worden geëerd, zo gaan veel Nederlanders voorbij aan de kracht van het concept coffeeshop en hun sociale functie. De vertrouwde en veilige omgeving die de coffeeshop de consument biedt, de expertise en het gevarieerde aanbod, maar zeker ook het contact met anderen: het is -nog steeds- uniek in de wereld. Vooralsnog blijven onze coffeeshops ook de enige plaatsen waar de integratie wél is gelukt. Sommige politici lijken nauwelijks te beseffen hoe bijzonder de coffeeshop is en hoe effectief zij de markten van soft- en hard drugs scheidt en de leeftijdsgrens bewaakt.

De blijvende indruk die de Cannabis Connect trip naar Canada achterlaat is dat legalisering van cannabis onvermijdelijk is geworden. Deze trein is niet meer te stoppen. Zoals voormalig premier en ‘vader van het gedoogbeleid’ Dries van Agt al in 2016 op Cannabis Bevrijdingsdag constateerde: “Het laatste nieuws is verrekte goed. Canada, ja Canada, heeft besloten om cannabis te legaliseren. Waarom is dat nou zo belangrijk, belangrijker dan drie of zelfs vele malen drie Amerikaanse staten bij elkaar? Canada heeft een enorme politieke en morele invloed in West Europa. Dus dat kan hier niet onbeantwoord blijven.”

Door Derrick Bergman – 26 maart 2018

Video CannTrust: https://www.midasletter.com/2018/02/feature-canntrust-holdings-inc- highly-efficient-growing-operation/